Kunstmatige intelligentie: Europa dreigt slag om de toekomst te verliezen

  • Bart Kamphuis

    Verslaggever economie

  • Bart Kamphuis

    Verslaggever economie

Wetenschappers vinden dat Europa op het gebied van kunstmatige intelligentie achterligt op China en de Verenigde Staten. Die landen investeren miljarden en lokken wetenschappelijk talent weg met hoge salarissen en uitstekende onderzoeksfaciliteiten op het gebied van AI (Artificial Intelligence; kunstmatige intelligentie).

De braindrain van studenten en onderzoekers treft ook Nederlandse universiteiten. Hoogleraren constateren dat het steeds moeilijker wordt om promovendi te vinden om onderzoek te doen. Bedrijven verleiden studenten met hoge salarissen en prettige werkomstandigheden.

Deze studenten weten hier alles van.

Deze studenten zijn heel erg gewild bij grote bedrijven

"Af en toe zijn we weleens jaloers op wat in andere landen gebeurt", vertelt Lieuwe Vinkhuijzen, student kunstmatige intelligentie aan de Universiteit Leiden. "Technieken die wij in theorie bedenken, stellen zij in de praktijk op de proef."

Om aan te haken bij de concurrentie, moet Europa een hoogstaand wetenschappelijk instituut oprichten, vinden ruim 150 onderzoekers. Zij willen daarvoor CLAIRE in het leven roepen (Confederation of Laboraties for Artificial Intelligence Research in Europe).

Negatieve spiraal

Op dit moment komt het onderzoek naar kunstmatige intelligentie in het gedrang door de stijgende populariteit van studies zoals informatica en toegepaste wiskunde.

Al die nieuwe studenten moeten worden onderwezen. Een AI-expert die in een collegezaal lesgeeft, kan niet tegelijkertijd onderzoek doen. Daarom zetten sommige universiteiten een limiet op de toelatingen van nieuwe studenten.

Maar zo belanden ze in een negatieve spiraal: de limitering remt de aanwas van AI-specialisten, waardoor later minder onderwijs kan worden gegeven en onderzoek kan worden gedaan.

Veel bedrijven ontdekken nieuwe AI-toepassingen waarmee ze waarde kunnen toevoegen voor hun klanten.

Recruiter Frederik Smits

Ondertussen stijgt de vraag naar talent explosief, zegt recruiter Frederik Smits van CareerTeam, dat werkt voor onder meer Microsoft, eBay, Wehkamp, Puma en Airbus. "Veel bedrijven ontdekken nieuwe AI-toepassingen waarmee ze waarde kunnen toevoegen voor hun klanten en hun eigen interne processen kunnen verbeteren."

De studenten van de Universiteit Leiden krijgen dan ook veel banen aangeboden bij Nederlandse bedrijven. Heel veel interessants zit er niet tussen, vindt Jesper van Engelen, ook student aan de Universiteit Leiden. "Vaak gaat het om bedrijven die van klanten horen dat ze iets met kunstmatige intelligentie doen, maar zelf niet goed weten waar ze naar op zoek zijn."

Volgens Holger Hoos, hoogleraar Machine Learning aan de Universiteit Leiden en een van de drie initiatiefnemers van CLAIRE, zou het een slechte zaak zijn als de braindrain aanhoudt. "Wij zullen kunstmatige intelligentie op zeer grote schaal gaan gebruiken. Maar moet die technologie wel worden gebruikt als het alleen uit China of de VS komt? Ik ben er niet zeker van dat daar de focus ligt op het verantwoord gebruik dat wij in Europa nodig vinden."

Tegenwicht

Een Europees wetenschappelijk topinstituut zou tegenwicht kunnen bieden aan de braindrain naar de VS. De initiatiefnemers zien daarbij als voorbeeld het wereldwijd gerespecteerde CERN voor nucleair onderzoek. "Dat waar de AI-gemeenschap slecht in blijkt te zijn, is de natuurkundigen wel gelukt: als één gemeenschap opereren en naar buiten treden," zegt Hoos.

Daarbij moet wel worden bedacht dat de computerwetenschap nog jong is, AI al helemaal. En dynamisch bovendien; er verandert heel veel, heel snel. Dat heeft voor- en nadelen, zeggen de studenten. "Bij Rijkswaterstaat werken nu bijvoorbeeld veertig mensen die beelden analyseren en kijken of er gaten in de weg zitten", vertelt student Vinkhuijzen. "Met beeldherkenning gebeurt dat straks automatisch. Dan raken die mensen waarschijnlijk wel hun baan kwijt."

Maar bijvoorbeeld zelfrijdende auto's kunnen juist ook een heel goede invloed op de maatschappij hebben, denkt zijn studiegenoot Van Engelen. "Die kunnen ervoor zorgen dat mensen dagelijks minder arbeid hoeven te leveren. Het geld dat daarmee wordt bespaard komt, als alles goed wordt verdeeld, uiteindelijk weer terug bij die mensen."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl