WK-cijfers: van de oudste selectie tot kleinste speler
Aan cijfertjes geen gebrek bij een voetbaltoernooi. 2-1, 0-3, met een beetje geluk 4-4. Natuurlijk ook 4-3-3 of 5-3-2. En wat te denken van een doelpunt in de 47ste minuut van de nummer 14. Het zal allemaal vaak genoeg terugkomen op het wereldkampioenschap dat vandaag in Moskou losbarst.
Maar nu eerst wat andere getallen. De oudste, de langste, de meest geroutineerde. Dat soort zaken.
Oudste selectie
Ervaring is een groot goed op een eindtoernooi, wordt vaak beweerd. In dat opzicht mogen er wonderen verwacht worden van Panama, Egypte en Costa Rica die in in de topvijf van oudste selecties terug te vinden zijn.
De ranglijst wordt echter aangevoerd door Argentinië met een groep die gemiddeld 29 jaar en 205 dagen oud is.
Bij de vijf jongste ploegen staan drie Europese landen. Frankrijk en Engeland komen dicht in de buurt bij Nigeria, dat in deze categorie de koploper is. Met 25 jaar en 337 dagen blijft de selectie van de Super Eagles als enige in Rusland onder de 26 jaar.
De jongste speler op het wereldkampioenschap komt niettemin uit Australië. Daniel Arzani is op de dag van de openingswedstrijd tussen het gastland en Saudi-Arabië op de kop af 19 jaar en 161 dagen.
En dat betekent dus ook dat er geen speler van 18 of jonger binnen de lijnen gaat komen dit 21ste WK in de historie. En dat is slechts zes keer eerder gebeurd, in 1990 voor het laatst.
De oudste speler
De oudste WK-speler komt uit het Egyptische kamp: Essam El Hadary is vandaag precies 45 jaar en 150 dagen oud. De doelman laat daarmee de nummer twee op de leeftijdsladder ver achter zich: de Mexicaan Rafael Márquez is pas 39 jaar.
Beiden staan overigens op het punt een record te vestigen. Als El Hadary aan spelen toekomt, lost hij de Colombiaanse keeper Farid Mondragon (43 jaar en 3 dagen op het WK van 2014) af als oudste speler op een mondiaal eindtoernooi.
En Márquez kan na zijn landgenoot Antonio Carbajal en de Duitser Lothar Matthäus de derde speler worden die op vijf WK's in actie is gekomen.
Kijkend naar het geboortejaar blijkt dat in de WK-selecties nog maar vier spelers te vinden zijn die in de jaren zeventig geboren zijn. De Rus Sergej Ignasjevitsj en de Australiër Tim Cahill maken het kwartet vol.
Het geboortejaar dat het meest voorkomt, is 1992: 84 keer. Daarna volgt 1990 met 71 voetballers. 1973 en 1999 leveren maar één WK-speler af.
Meeste interlands
Meer nog dan leeftijd weegt misschien wel het aantal interlands het zwaarst als het om ervaring gaat. Op dat gebied leidt Mexico de dans met in totaal 1.400 caps, ofwel 61 gemiddeld.
Vier Mexicanen hebben er al minstens 100 achter hun naam. Panama gaat daar met zeven man in 'de club van 100' nog overheen, maar blijft qua gemiddelde op 58 steken.
Tunesië (478) en Engeland (482) hebben de minste interlands naar Rusland meegenomen: slechts 21 stuks gemiddeld.
Dat de langste mannen op het WK vooral onder de doelmannen gezocht moeten worden, is natuurlijk geen verrassing. De Kroatische sluitpost Lovre Kalinic spant de kroon met 2,01 meter.
Zijn Belgische vakgenoot Thibaut Courtois moet het met 1,99 meter doen, net als de Deense verdediger Jannik Vestergaard. De aanvaller met de meeste lengte komt uit Nigeria: Simy Nwankwo met zijn 1,98 meter.
Langste selectie: Servië
Nigeria beschikt gemiddeld genomen ook over een van de langere selecties (184,5 centimeter), maar moet zeven Europese landen voor zich dulden.
Servië heeft de gemiddeld langste selectie op het WK, op de voet gevolgd door Duitsland, Zweden en IJsland. Maar dat is echt millimeterwerk: ze komen alle vier op 1,86 meter uit.
Opvallend is dat geen enkele van de Zuid-Amerikaanse landen in Rusland boven de 1,81 meter uitschiet, qua gemiddelde.
De kleinste speler is Yahya Al-Shehri van Saudi-Arabië. De middenvelder van Leganés telt niet meer dan 164 centimeters. Mede daardoor blijft het gemiddelde bij de Saudi's steken op 1,77 centimeter, waarmee ze de kleinste selectie op het WK leveren.
Zestien Citizens
De 736 spelers die zijn uitverkoren door hun bondscoaches zijn afkomstig van in totaal 310 clubs. De meesten komen bij Manchester City vandaan.
Maar liefst zestien Citizens geven acte de présence op het WK: vier Engelsen (Fabian Delph, John Stones, Kyle Walker en Raheem Sterling), vier Brazilianen (Danilo, Ederson, Fernandinho en Gabriel Jesus), twee Argentijnen (Nicolás Otamendi en Sergio Agüero), twee Belgen (Kevin De Bruyne en Vincent Kompany), een Portugees (Bernardo Silva), een Duitser (Ilkay Gündogan), een Fransman (Benjamin Mendy) en een Spanjaard (David Silva).
Daarmee steekt de kampioen van Engeland Real Madrid (vijftien) en Barcelona (veertien) de loef af. Opvallend is dat Juventus toch ook elf spelers heeft moeten afstaan, hoewel Italië niet van partij is in Rusland.
Feyenoord is na Napoli, AC Milan en Sampdoria ook een prominente leverancier uit een niet-WK-land. De Rotterdammers zijn met vijf spelers vertegenwoordigd: Brad Jones (Australië), Nicolai Jørgensen (Denemarken), Renato Tapia (Peru), Sofyan Amrabat en Karim El Ahmadi (beiden Marokko).
Het zal ook geen voetballiefhebber verwonderen dat maar liefst 106 WK-gangers hun dik belegde boterham in de Engelse Premier League verdienen. Voor 79 spelers is de Spaanse La Liga hun werkomgeving, 62 man voetballen in de Duitse Bundesliga en 58 voetballers zijn actief in de Italiaanse Serie A.
