Cao-lonen minder hard gestegen dan waar FNV op hoopte
Vakbond FNV heeft het afgelopen half jaar een gemiddelde loonstijging afgesproken van 2,4 procent. Dat is ruim een half procent meer dan een jaar eerder. Dat blijkt uit cijfers van de vakbond.
In ruim een kwart van de cao's, zoals die van de bouwsector, heeft de FNV een loonsverhoging van meer dan 3 procent weten te bedingen. Meer dan de helft van de cao-lonen bleef echter onder dat niveau.
Heel tevreden is de vakbond niet met het resultaat. Het doel was om een gemiddelde loonsverhoging van 3,5 procent te realiseren.
Ondanks oproepen voor hogere lonen van premier Rutte, het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en De Nederlandsche Bank heeft de FNV toch niet nog meer los weten te krijgen van werkgevers.
Eind februari signaleerde het IMF al dat de bonden er nog niet in slagen een vuist te maken. Ook zouden ze te veel nadruk leggen op de arbeidsomstandigheden en op flexwerken, in plaats van de lonen.
Volgens vakbond FNV zouden de lonen nog verder zijn achtergebleven als het alleen aan de werkgevers had gelegen. "Ondanks de economische groei en flinke winsten blijven ze op de rem trappen. Zelfs als er personeelstekorten dreigen, zoals in de metaal en in de universitaire ziekenhuizen", zegt FNV-bestuurder Zakaria Boufangacha.