Steeds minder leerlingen op middelbare scholen, Slob dringt aan op actie
Minister Slob wil dat middelbare scholen snel samenwerken om problemen te voorkomen door het fors teruglopend leerlingenaantal. Over twaalf jaar telt het voortgezet onderwijs ruim 113.000 minder scholieren en dat kan leiden tot lege klaslokalen, boventallig personeel, mogelijke sluiting of een faillissement. Dat schrijft Slob in een brief aan de Tweede Kamer.
Onwennig
De schoolbesturen moeten van hem haast maken met een gezamenlijke regionale aanpak. "Samenwerken voelt misschien wat onwennig in het begin", zegt Slob. Hij benadrukt dat dit bij het primair onderwijs goed heeft gewerkt.
De basisscholen hebben de grootste leerlingendaling inmiddels achter de rug, maar nu is de daling in het voortgezet onderwijs in volle gang. Volgend jaar heeft 82 procent van de schoolbesturen te maken met een daling van het aantal leerlingen, zo blijkt uit de cijfers.
Vooral de minder bevolkte krimpgebieden, zoals in Zeeuws-Vlaanderen, krijgen er snel mee te maken. Maar ook middelbare scholen in Groningen, Noord-Brabant en Drenthe krijgen steeds minder inschrijvingen. Alleen in Amsterdam is nog sprake van een lichte groei.
Leegstaande lokalen
Scholen zien de terugloop van leerlingen als een bedreiging, blijkt uit de ervaringen in het primair onderwijs. Samenwerking kan helpen, benadrukt Slob, door bijvoorbeeld lokalen te verhuren, te fuseren of de administratieve druk te verlagen. "Alleen als iedereen de handen ineen slaat, kunnen we zorgen dat kinderen overal in Nederland op een redelijke afstand van hun huis naar een school kunnen die bij hen past."
Ook het mbo krijgt de komende jaren te maken met krimp, daar zijn in 2032 bijna 70.000 leerlingen minder. Dat komt ook doordat steeds meer studenten kiezen voor een hogere opleiding. Het kabinet wil ook dat de besturen van het mbo nu al plannen maken om deze terugval op te vangen.