'Compensatie voor fouten in eindexamens deugt al jaren niet'
Wat gebeurt er als je als eindexamenleerling een antwoord geeft dat fout wordt gerekend, maar later toch goed blijkt te zijn? Dan word je gecompenseerd. Maar de manier waarop dat gebeurt is oneerlijk, vinden sommige wiskundigen. Volgens wiskundedocent Rene Kneyber zal het "procedureel allemaal wel kloppen, maar moreel deugt het niet".
De regel wordt al jaren bij alle centrale eindexamens toegepast, maar is sinds afgelopen vrijdag wettelijk vastgelegd. Woensdag maken de meeste scholen de examenuitslagen bekend.
Als je een vraag goed beantwoordt die volgens het correctiemodel fout is, dan moeten docenten dat toch fout rekenen. Gelukkig kan het College voor Toetsen en Examens (CvTE) daarna alsnog besluiten dat er een fout zit in het correctiemodel, en het cijfer van alle leerlingen die het examen hebben gemaakt een klein beetje verhogen. Dat gebeurt een paar keer per jaar.
En daar gaat het mis, stellen de wiskundigen. De formule die het CvTE gebruikt is volgens hen niet eerlijk. Je cijfer wordt wel iets verhoogd, maar minder dan als je het antwoord van het correctiemodel had gegeven.
Brabantse scholiere
Je kunt daardoor alsnog zakken op basis van een antwoord dat je goed hebt gegeven, maar dat volgens het correctiemodel fout was. Het overkwam vorig jaar een Brabantse scholiere, die naar de rechter stapte toen ze vanwege deze formule een tiende te kort kwam om voor haar vwo-examen te slagen.
Haar advocaat, Wilco Brussee, is een van de mensen die nu betoogt dat de formule oneerlijk is. Maar hij staat niet alleen. Wiskundedocent Rene Kneyber schreef er vandaag een blog over. Hij stelt dat er "helemaal niets klopt" van de formule, en gebruikt verschillende rekenvoorbeelden om aan te tonen dat je als leerling in zo'n situatie benadeeld wordt.
Wiskundige Gerard Koolstra, uitgever van een wiskundenieuwsbrief, schreef vorig jaar al dat "het principe dat geen kandidaat de dupe mag worden van fouten door examinerende instanties met voeten wordt getreden".
Vraag schrappen
Wiskundedocent Karin den Heijer sluit zich daarbij aan. Ze noemt de formule van het CvTE "heel wonderlijk". Volgens haar is de oplossing simpel: "Als ik als docent een fout maak in een toets, krijgen alle leerlingen een bonus. Leerlingen mogen nooit de dupe worden van een fout van de docent." Nog liever ziet ze dat het CvTE na een examen eerder toegeeft dat er fouten zijn gemaakt, zodat docenten dat nog kunnen meenemen bij het nakijken. "Dan is zo'n noodmaatregel helemaal niet nodig."
De CvTE zegt in een reactie dat het wil dat "alle leerlingen uiteindelijk een cijfer krijgen dat minstens gelijk is aan het cijfer dat ze zouden hebben gekregen als de onvolkomen vraag niet in het examen had gezeten".
Met andere woorden: in de berekening wordt de vraag waar een fout in zat geschrapt, en iedereen krijgt op basis daarvan een iets hoger cijfer. Hierdoor hebben de mensen die de vraag oorspronkelijk goed hadden geluk, zij krijgen een iets te hoog cijfer. De mensen die hun vraag volgens het correctiemodel fout hadden, maar eigenlijk goed, ondervinden geen nadeel omdat de vraag in de berekening geschrapt is.
Kneyber vindt dit een oneerlijke redenering. "Leerlingen die de vraag goed hadden beantwoord, willen helemaal niet dat die vraag geschrapt wordt. Ze willen dat de vraag goed wordt gerekend, net als bij leerlingen die de vraag goed hadden volgens het correctiemodel."