Aké kopt Oranje in slotfase naast Italië
Het Nederlands elftal heeft in Turijn met 1-1 gelijkgespeeld tegen Italië. Het elftal van bondscoach Ronald Koeman kreeg daarmee, na een magere prestatie, iets te veel.
Koeman zag het versterken van de verdediging als een van zijn voornaamste taken. Voor de rust was daar echter niet veel van terug te zien. Italië stichtte voortdurend gevaar door de bal over de laatste linie van Oranje te gooien.
Een enkele keer bracht de buitenspelval redding (zo ook bij de afgekeurde goal van Andrea Belotti), op andere momenten greep doelman Jasper Cillessen knap in. Op Jorginho's kopbal was echter ook hij kansloos, maar Ruud Vormer vormde met het hoofd de reddende engel op de doellijn.
Nederland, dat voor rust niet eens in de buurt van het Italiaanse doel was geweest, kreeg pas na een uur zijn eerste kans. Op aangeven van Vormer volleyde Tonny Vilhena net over. Even later kopte Memphis Depay in de handen van doelman Mattia Perin.
Italië leek het even iets rustiger aan te doen, maar in de 67ste minuut was het plotseling raak: Federico Chiesa trok de bal voor en Simone Zaza gleed de bal binnen. Twee minuten later kreeg Domenico Criscito de rode kaart voor het neerhalen van de doorgebroken Ryan Babel.
Oranje kreeg vervolgens iets meer balbezit en in de slotfase zorgden twee invallers zelfs voor de onverwachte en ietwat onverdiende gelijkmaker: Steven Berghuis zette voor en Nathan Aké kopte raak.