Flamboyante Mancini moet het Italiaanse elftal uit het slop trekken
Roberto Mancini staat als bondscoach van Italië voor dezelfde taak als Ronald Koeman bij Oranje: hij moet het nationale team na het mislopen van het WK uit het slop trekken en naar het EK van 2020 leiden. Is de flamboyante en kleurrijke Mancini de man die Italië weer glorie kan brengen?
De 53-jarige Mancini werd vorige maand aangesteld als opvolger van Giampiero Ventura, die de laan werd uitgestuurd na de desastreuze WK-kwalificatie. Als clubcoach heeft Mancini zijn waarde bewezen: bij iedere ploeg die hij trainde, pakte hij een prijs, uitgezonderd zijn laatste club FC Zenit. Met Internazionale werd hij van 2006 tot en met 2008 drie keer op rij kampioen, Manchester City bezorgde hij in 2012 de eerste titel in 44 jaar.
In tegenstelling tot de weinig charismatische Ventura staat er nu weer iemand met grandeur en uitstraling langs de lijn: Mancini laat zich zijn maatpakken speciaal aanmeten in Napels en draagt - als het niet te warm is - altijd een sjaal in de kleuren van de ploeg die hij onder zijn hoede heeft.
Grootheid
"Mancini is een grootheid in het Italiaanse voetbal en hij heeft de statuur voor de rol van bondscoach, het hoogst haalbare voor een Italiaanse trainer", zegt sportjournaliste Renate Verhoofstad, die jarenlang correspondent in Italië is geweest.
"Maar het is een zware taak: het mislopen van het WK, voor het eerst sinds 1958, is een gigantisch trauma in Italië. Het heeft er veel meer in gehakt dan bij Nederland"
Zijn debuutwedstrijd tegen Saudi-Arabië leverde vorige week een 2-1 zege op. Maar vrijdag ging de oefeninterland tegen Frankrijk kansloos met 3-1 verloren. Toch bleef Mancini positief: "Als we op deze voet doorgaan, denk ik dat we binnen een jaar op het niveau van Frankrijk kunnen komen. Of anders daar heel dichtbij."
Toch was Mancini niet de eerste keus voor het nationale team. Dat was Carlo Ancelotti, maar die zegde af omdat hij de puinhoop bij de Italiaanse bond te groot vond. Mancini, een trotse Italiaan, had wel oren naar de Azzurri, hoewel hij na zijn miljoenensalaris bij FC Zenit wel een financiële veer moest laten.
"De Squadra Azzurra draait om het hart", zei Mancini. "Niet alles zou om geld moeten draaien. Soms is het belangrijker om te doen wat je wil. En voor mij is dat het nationale team."
Il gemelli del gol
Die liefde kwam in zijn loopbaan als speler niet altijd tot uiting. Mancini kwam tot slechts 36 interlands, terwijl hij in de jaren tachtig en negentig werd gezien als een van de beste aanvallers van de Serie A.
"Het was een prachtige, technische voetballer, die samen met Gianluca Vialli bij Sampdoria furore maakte als Il gemelli del gol, de doelpuntentweeling", aldus Bruno Giuntoli, voetbaljournalist en kenner van het Italiaanse voetbal. "Maar hij was ook een opgewonden standje met een grote mond."
Op 16-jarige leeftijd maakte Mancini al zijn debuut tussen de grote mannen in de Serie A, waar hij in zijn eerste seizoen bij Bologna al negen doelpunten maakte. Een jaar later, in 1982, vertrok hij naar Sampdoria, waar hij samen met Vialli voor ongekende successen in Genua zorgde.
Het hoogtepunt voor het bescheiden Sampdoria was het veroveren van de eerste en tot nu toe enige landstitel in 1991. En een jaar later stond Mancini met Sampdoria in de Europa Cup I-finale op Wembley. Het duel met FC Barcelona ging met 1-0 verloren door een goal van Koeman, toevallig de bondscoach waar Mancini vanavond tegenover staat.
"Het was een echte vriendengroep van jonge vrijgezellen", weet Verhoofstad. "En Mancini en Vialli vormden een waanzinnig spitsenkoppel. In 1996, toen Clarence Seedorf er ook speelde, was ik eens bij de training. Ik viel bijna in katzwijm, bij wijze van spreken, toen ik Mancini op het veld zag. Zo goed was hij."
In 1984 werd Mancini voor het eerst opgeroepen voor het nationale team, voor twee uitwedstrijden tegen de VS en Canada. Maar dat werd geen succes: de 19-jarige Mancini was meer geïnteresseerd in het nachtleven van New York, werd 's ochtends vroeg door bondscoach Enzo Bearzot opgewacht en hoefde onder diens bewind niet meer terug te keren.
Grote mond en temperament
Het was de opmaat voor een weinig succesvolle interlandcarrière: het enige grote toernooi waar hij in actie kwam was het EK van 1988, waar Italië tot de halve finales reikte. Zijn grote mond, temperament en arrogantie waren de grote boosdoener.
"Hij was altijd verongelijkt, veel ouwehoeren, vaak incidenten met de pers, echt een kleurrijk figuur", aldus Giuntoli. "Daardoor was hij bij Italië een ondergewaardeerde speler, hoewel hij ook spelers als Roberto Baggio en Gianfranco Zola voor zich had."
Voor veel trainers was Mancini een lastpost in de selectie. Zo ging hij bij Sampdoria meer dan eens op de vuist met medespelers. Nu hij zelf coach is, blijkt hij een voorkeur te hebben voor enfants terribles. Als trainer van Internazionale vierde hij grote successen met Zlatan Ibrahimovic en Mario Balotelli als spitsenkoppel, niet bepaald koorknaapjes.
Balotelli heeft sowieso een speciaal plekje in Mancini's hart: in 2010 haalde hij hem naar Manchester City en vorige week keerde Balotelli - in de debuutwedstrijd van Mancini - na vier jaar afwezigheid terug in het Italiaanse elftal. "Hij neemt een enorm risico met Balotelli", meent Verhoofstad. "Maar tegen Saudi-Arabië scoorde hij wel meteen."
"Voor Balotelli is Mancini echt een vaderfiguur", stelt Giuntoli. "Omdat Mancini zelf een technisch begaafde speler was, hebben dat soort spelers bij hem altijd een streepje voor. Ze hebben extra krediet bij hem."
De strapatsen van Balotelli neemt Mancini op de koop toe. "Bij Manchester City zijn Balotelli en Mancini tijdens een training een keer serieus op de vuist gegaan. Maar na afloop was er een aai over de bol en was alles weer goed."
Zelf zegt Mancini over Balotelli: "Hij is een fantastische jongen met een groot hart. We zullen altijd vrienden blijven. Als je jong bent, is het normaal dat je soms fouten maakt. Maar als je ouder wordt, word je ervarener. Mario is een geweldige speler die ons verder kan helpen."
Geen bouwer
En hulp kan Italië wel gebruiken op jacht naar eerherstel. Is Mancini de man die de Azzurri weer terug naar de top kan krijgen? "Zo avontuurlijk is Mancini als coach niet, terwijl er ook bij de spelers een wisseling van de wacht is", stelt Verhoofstad. "Hij is geen Cesare Prandelli, die in 2010 als bondscoach echt een bouwer was."
Ook Giuntolo constateert dat Mancini een behoudende trainer is. "Maar misschien is dat wel goed voor het Italiaanse team. Hij gaat uit van een goede organisatie, met vier beesten achterin, en een stevig middenveld. En dan moet het team profiteren van de ingevingen van twee mensen voorin. Alleen moet je die mensen wel hebben. Balotelli is terug, maar verder is het materiaal niet echt denderend."
De nieuwe bondscoach zorgt in ieder geval weer voor wat reuring bij de Italianen. "Hij is geen grijze muis. Hij is autoritair, doet vaak mee met rondo's bij de training om te laten zien wat hij kan, vecht ruzies uit via de media. Er is altijd wat", aldus Giuntoli. "Het Italiaanse team is niet flamboyant, dus dan maar een flamboyante technicus aan het roer die de geest kan overbrengen."