In Visegrad slaap je zomaar in een voormalig martel- en verkrachtingskamp
Wie op een vakantie in Bosnië naar de stad Visegrad gaat, kan nietsvermoedend een kamer boeken in een hotel dat in de Bosnië-oorlog dienst deed als centrum voor martelingen en verkrachtingen. Maar informatie over de gruweldaden uit 1992 vind je in Visegrad niet. En dat valt slecht bij de slachtoffers en nabestaanden, die ruim 25 jaar later nog steeds strijden voor gerechtigheid.
"Visegrad, een kleine stad voor een grote vakantie", staat voor op het informatieboekje dat bij de lokale VVV aan toeristen wordt meegegeven. Een van de vier hotels die erin worden aangeprezen, is spahotel Vilina Vlas. Het ligt midden in de bossen, een paar kilometer van de stad.
Het hotel heeft een zwarte geschiedenis. Correspondent Mitra Nazar ging naar binnen:
Vilina Vlas is een kolos van een socialistisch gebouw zoals je ze meer ziet in voormalig Joegoslavië. Het is een 3-sterrenhotel met 160 kamers, een groot restaurant en een thermisch zwembad. Je kunt er ook terecht voor een medische retraite. Gasten komen vooral uit nabijgelegen Servië, maar het spahotel richt zich ook op toeristen van buiten de Balkan. De website informeert toeristen in het Engels, en ook de gerechten in het restaurant zijn in het Engels op de menukaart gezet.
Alles voor een ontspannen vakantie, zou je zeggen. Maar wat er niet wordt verteld, is wat zich 26 jaar geleden in het gebouw heeft afgespeeld.
Hotel als commandopost
In Visegrad was de oorlog op z'n hevigst in 1992, toen Servische milities de oostelijke stad etnisch zuiverden van Bosnische moslims. Hotel Vilina Vlas werd gebruikt als commandopost door Milan Lukic, de leider van de Servische paramilitaire eenheid Witte Adelaars. Het hotel was een van de vele locaties waar Bosnische moslims werden vastgehouden, gemarteld en vermoord.
Volgens rapporten van onder meer de Verenigde Naties, die zich baseren op getuigenverklaringen van overlevenden en omwonenden, was Vilina Vlas een verkrachtingskamp. Het werd door de milities beschouwd als bordeel, waar naar schatting 200 jonge meisjes en vrouwen naartoe werden gebracht en in de kamers werden vastgebonden en misbruikt.
De meesten overleefden het kamp niet. Veel vrouwen werden vermoord; een aantal pleegde zelfmoord. Hun lichamen werden gedumpt in de Drina, de rivier die door Visegrad stroomt.
"Levenloze lichamen dreven in het zwembad in het hotel, het bloed droop langs de trappen", zegt Bakira Hasecic, een prominente activiste die strijdt voor gerechtigheid voor alle slachtoffers van seksueel geweld tijdens de oorlog in Bosnië. "Heel Visegrad weet wat daar is gebeurd."
De kamers van het hotel zijn na de oorlog opgeknapt. De badkamers hebben nieuwe tegels en douches, er zijn nieuwe matrassen, maar de bedden en kasten zijn nog dezelfde als in 1992. Ze staan als stille getuigen in de kamers.
Waarheid vertellen
Bakira Hasecic woonde in Visegrad toen de oorlog uitbrak. Ook zij werd meerdere malen verkracht, onder meer in haar eigen huis. Ook haar dochter werd verkracht, voor Bakira's ogen. Al jaren probeert ze de waarheid naar buiten te brengen. De meeste vrouwen durven niet te getuigen tegen hun verkrachters, waarvan een aantal nog vrij rondlopen in Visegrad.
Hasecic trad op als getuige bij het Joegoslavië Tribunaal en in lokale rechtbanken in Bosnië. Ze gaat ook achter voortvluchtige oorlogsmisdadigers aan. Ze spoorde een van hen op in Parijs; die man staat nu terecht voor de moord op 59 moslims in Visegrad.
Voor mij is een levenslange straf zinloos als niet erkend wordt dat Milan Lukic al die vrouwen heeft verkracht.
Milan Lukic werd in 2009 schuldig bevonden en door het Joegoslavië Tribunaal veroordeeld tot levenslang voor massamoord en etnische zuiveringen. Verkrachting stond niet op zijn veroordeling, ondanks het feit dat er getuigenverklaringen zijn. "Dat doet ons het meeste pijn", zegt Hasecic. "Voor mij is een levenslange straf zinloos als niet erkend wordt dat Milan Lukic al die vrouwen heeft verkracht".
Voor de slachtoffers is het hoofdstuk van de oorlog nog niet afgesloten. "De meeste vrouwen wachten nog altijd op gerechtigheid," zegt Adisa Fi Barukija van Trial International, een organisatie die zich inzet voor de slachtoffers. "Ze zien hun daders rondlopen in de steden en dorpen waar ze wonen, soms zelfs in hun eigen buurt. Dat is helaas de realiteit in Bosnië." Volgens een vorig jaar verschenen rapport van Amnesty International zijn in Bosnie meer dan 20.000 vrouwen tijdens de oorlog seksueel misbruikt.
Visegrad maakt sinds het einde van de oorlog deel uit van Republika Srpska, het etnisch Servische deel van Bosnië onder leiding van president Milorad Dodik. Oorlogsmisdaden die zijn gepleegd door Serviërs, worden hier vaak betwist.
Over wat er in 1992 gebeurde in hotel Vilina Vlas, wordt gezwegen. Op de website van het toeristeninformatiecentrum wordt onder het kopje 'geschiedenis' met geen woord gerept over de oorlog in de jaren 90. Dat is een bewuste keuze, zegt VVV-woordvoerder Branislav Andric. "We hebben hier problemen met de uitleg van de oorlog, omdat verschillende groepen verschillende vertellingen hebben over wat er is gebeurd. Als je toerisme wil bedrijven, moet je wegblijven van politiek."
En dat Visegrad hotel Vilina Vlas aanprijst zonder erbij te vermelden dat het een verkrachtingskamp is geweest? "Ik weet niet wat daar is gebeurd. Ik was negen jaar oud, en ik was niet in Visegrad. Je hoort wel verhalen, maar ik kan je niet zeggen of dat waar is."
Strijd gaat door
De gemeente, de eigenaar van het hotel, reageerde niet op herhaaldelijke verzoeken van de NOS voor een interview. Eerder betoogde Visegrads burgemeester in lokale media dat hij niet weet van misdaden in het hotel, en dat hij geen zin heeft terug te gaan naar het verleden. Onlangs kondigde de gemeente aan plannen te hebben voor de bouw van een nieuwe verdieping op het hotel, bestemd voor luxe kamers.
Voor Bakira Hasecic gaat de strijd voor erkenning onverminderd door. Ze ziet het liefst dat het hotel wordt afgebroken, of dat er op z'n minst een monument komt voor de slachtoffers. "Als mensen uit de hele wereld zouden weten wat in dat hotel is gebeurd, dan zouden ze er nooit een stap binnen zetten", zegt ze. "Er is geen kamer in dat hotel waar niemand is vermoord of verkracht."