Kritische D66'ers verzetten zich tegen afschaffen referendum
D66 is met het afschaffen van het raadgevend referendum afgedwaald van de eigen idealen. Dat stelt een groep van vijftig partijleden in een opiniestuk in de Volkskrant.
De critici, die zich hebben verenigd onder de naam 'Opfrissing', wijzen erop dat D66 sinds de oprichting in 1966 voor een directere band tussen kiezers en volksvertegenwoordigers is.
Het raadgevend referendum is volgens de vijftig, onder wie oud-Kamerlid Boris van der Ham, een democratisch instrument dat bij die idealen past. Ze maken zich zorgen over de "maatschappelijke atmosfeer" waarin het besluit is genomen om het af te schaffen.
'Populisme'
Volgens de ondertekenaars is in politieke partijen, bestuurlijke elites en onder hoogopgeleide kiezers steeds vaker te horen dat referenda populisme in de hand werken. "Ook bij sommige D66'ers." Zij vinden dat daarmee wordt voorbijgegaan aan "vaak reële zorgen" bij de kiezer over werk, zorg, huisvesting, integratie, Europa en "sociale samenhang".
De groep 'Opfrissing' reageert op de beslissing van het kabinet, waarvan D66 deel uitmaakt, om het raadgevend referendum af te schaffen. De intrekkingswet moet nog door de Eerste Kamer worden goedgekeurd.
De briefschrijvers vinden dat er op zijn minst een referendum over de afschaffing gehouden zou moeten worden. Verder pleiten ze voor een nieuw soort referendum, waarbij kiezers niet alleen voor of tegen een wet kunnen stemmen, maar ook alternatieven kunnen aandragen. Dat kan al in bijvoorbeeld Zwitserland.