Nederlandse satellieten de ruimte in met 'degelijke' Indiërs
India heeft een ambitieus ruimtevaartprogramma. En Nederland helpt daar graag aan mee. Tijdens de handelsmissie vorige week in India werd daarom ook het Indiase ruimtevaartagentschap ISRO bezocht. Dat werkt steeds nauwer samen met studenten en onderzoekers van de TU Delft. Die gebruiken ISRO om hun eigen satellieten en andere uitvindingen in de ruimte te testen, zoals de Lunar Nano Rover.
Een soort schoenendoos met zes benen, zo ziet de Lunar Nano Rover eruit. Maar schijn bedriegt. Dit simpel uitziende karretjes is gebouwd om data te verzamelen op de maan. "Hij is in staat om op de donkere kant van de maan te overleven, bij temperaturen van -180 graden", zegt Kiran Sharma, een Indiase ingenieur die op de robot afstudeerde aan de Technische Universiteit Delft. "De naam van het plastic waarvan hij is gemaakt? Dat mag ik niet vertellen, want dat is staatsgeheim."
Bekijk hier de reportage die Aletta André maakte:
Een team onderzoekers en studenten werkte het afgelopen jaar aan de robot, gebaseerd op een robot die Delft eerder al ontwikkelde om bijvoorbeeld reddingswerkers in aardbevingsgebieden te assisteren. "Eerdere maanrobots hadden wielen in plaats van benen zoals de onze", zegt Sharma. "Wat wij willen laten zien, is dat onze robot zich met die benen beter kan voortbewegen in het oneffen, rotsachtige maanlandschap. Ook omdat hij zo klein is: 1,5 kilo. Het wordt de kleinste robot in de ruimte ooit."
Nederlands tintje
Om de Lunar Nano Rover op de maan te krijgen, hoopt de TU Delft mee te liften met het Indiase ruimtevaartagentschap ISRO. Dat heeft in oktober dit jaar een eigen maanmissie gepland. De Delftse robot mag mee, als hij niet te groot of te zwaar is. "Het is nog niet zeker, want ISRO kan zo lang van tevoren die belofte niet doen", zegt Sharma. "Maar het is wel heel waarschijnlijk. Het zou heel bijzonder zijn. Het zou voor het eerst zijn dat studenten deel uitmaken van een maanmissie."
De samenwerking tussen de TU Delft en ISRO komt niet uit de lucht vallen. Onder meer via persoonlijke contacten van een Indiër die ooit aan de TU Delft studeerde, kwam deze jaren geleden al tot stand. Tien jaar geleden werd de Delfi-C3-satelliet van de universiteit vanuit India werd gelanceerd. En vorig jaar ontwikkelde Delft een systeem om satellieten van ISRO in de juiste baan om de aarde te krijgen.
Ze hebben de ruimtevaart toegankelijker gemaakt voor kleine bedrijven en startups.
Perfecte partner
"Delft is erg ambitieus in wat ze allemaal willen bereiken in de ruimtevaart", zegt Vijay Rao, een onderzoeker aan de TU Delft. "En je kunt alle technologie wel in Delft ontwikkelen, maar we moeten ook nog laten zien dat dingen werken, zodat de toepassingen uiteindelijk werkelijkheid worden. Voor die dingen is ISRO de perfecte partner."
Geen enkele ruimteorganisatie lanceert jaarlijks zoveel satellieten als ISRO. Daardoor is de tijd tussen het ontwikkelen van technologie en het testen ervan kort. Bovendien zijn de kosten laag. Zo bracht India in 2014 als eerste Aziatische land een ruimtesonde in een baan om Mars. Het budget voor die missie was 74 miljoen dollar. De Amerikaanse ruimteorganisatie NASA had datzelfde jaar 672 miljoen dollar nodig voor een soortgelijke missie.
India vestigde vorig jaar een wereldrecord, door in één keer 104 satellieten succesvol te lanceren. "Dat brengt de kosten voor elke satelliet absoluut omlaag", zegt Rao. "ISRO heeft ermee laten zien complexe missies aan te kunnen. Ze hebben hun plek bewezen in de ruimtevaartmarkt. En ze hebben de ruimtevaart toegankelijker gemaakt voor kleine bedrijven en start-ups."
Schoenendoos
Een zo'n start-up die bij ISRO terecht is gekomen is het Nederlandse Hiber. Dat biedt zogenoemde internet-of-things-diensten aan, waarbij in plaats van wifi of gprs gebruik wordt gemaakt van nano-satellieten. Die zijn, net zoals de maanrobot van de TU Delft, ongeveer zo groot als een schoenendoos en vliegen op 600 kilometer hoogte.
Onder de klanten van Hiber zijn bijvoorbeeld Indonesische vissers, die met de technologie hun boten in de gaten kunnen houden. De eerste nano-satelliet van Hiber gaat als het goed is in augustus de ruimte in, met een raket van ISRO.
"ISRO staat wereldwijd bekend als één van de beste", zegt Coen Janssen van Hiber. "Er zijn wereldwijd gewoon weinig betrouwbare bedrijven die dit kunnen." Een satelliet vanuit China lanceren is bijvoorbeeld al geen optie, legt Janssen uit. "Vanuit de Verenigde Staten is het niet toegestaan dit soort techniek naar China te exporteren. En in onze satellieten zitten ook Amerikaanse onderdelen."
Het is misschien minder fancy dan de cowboys van SpaceX, maar het is heel degelijk.
India is dus een vertrouwde partner voor veel landen. En dat biedt ook zakelijke kansen voor buitenlandse bedrijven. Van de 104 satellieten die in één keer de lucht ingingen, waren er bijvoorbeeld meer dan 90 gemaakt door enkele bedrijven uit de Verenigde Staten en drie door het Nederlandse bedrijf ISIS. Daarom stond ruimtevaart vorige week ook op de agenda tijdens de handelsmissie naar India.
Rutte en zijn Indiase ambtsgenoot riepen op tot meer samenwerking op het gebied van ruimtevaart, in een gezamenlijke verklaring na afloop van hun ontmoeting op 24 mei. De twee leiders benadrukten het mogelijke belang van de sector in het vinden van oplossingen voor uitdagingen op het gebied van bijvoorbeeld voedselzekerheid en klimaatverandering.
"Het is goed om Nederlandse technologie te koppelen aan Indiase lanceercapaciteit, want die hebben we niet in Nederland", zegt Martijn Lammers, Innovatie Attaché van het Nederlandse consulaat in Mumbai. ISRO is volgens hem een betrouwbare lanceerpartner gebleken. "Er gebeuren weinig ongelukken en over het algemeen worden deadlines vrij strak gehaald. Het is misschien minder fancy dan de cowboys van SpaceX, maar het is heel degelijk."