Celstraffen tot 5,5 jaar in hoger beroep Haags jihadproces

De zes verdachten in het Haagse jihadproces zijn in hoger beroep veroordeeld tot celstraffen tot 5,5 jaar. Dat is iets lager dan de straffen van de rechtbank, die legde straffen op tot zes jaar cel.

Azzedine C. (35) en de naar Syrië afgereisde Hicham el O. (32) kregen de hoogste straffen. Volgens het gerechtshof had C. zich ontpopt tot het gezicht van de organisatie. Vanuit de Schilderswijk ronselde de organisatie jonge moslims voor de gewapende strijd in Syrië en zetten de verdachten aan tot haat en opruiing.

Samen met de bekeerde Rudolph H. (28) vormde Azzedine C. de spil in de organisatie. H. kreeg een gevangenisstraf van 5 jaar en 3 maanden opgelegd.

'Geloofsovertuiging geen legitimatie'

Het hof achtte lidmaatschap van een criminele, terroristische organisatie bij vijf van de zes verdachten bewezen. Alleen bij de 28-jarige Imane B. was er geen bewijs, al maakte zij zich volgens het hof via sociale media wel schuldig aan opruiing. Ze kreeg daarvoor 3 maanden cel.

Volgens het gerechtshof was het niet te beoordelen of de verdachten uit geloofsovertuiging hebben gehandeld, zoals ze zelf altijd volhielden. "Maar geloofsovertuiging kan nooit een legitimatie zijn voor terreur."

'Bloedige sektarische strijd'

Het hof verweet de zes dat ze "in naam van Allah een bloedige, sektarische strijd" hebben aangewakkerd. Zo zouden ze de dood van Syriëgangers hebben verheerlijkt en waren ze volgens het hof blind voor het leed dat is aangericht. Ook zou uit niets blijken dat ze tot inkeer zijn gekomen.

Het jihadproces begon in 2015. Destijds waren de verdachten ook betrokken bij pro-Gaza- en pro-IS-demonstraties in de Schilderswijk. Bij de eerdere behandeling van de zaak bleek overigens dat er geen aanwijzingen waren dat de verdachten zelf van plan zijn geweest een aanslag te plegen in Nederland.