Kampoverlevende Wim Aloserij (94) kan zijn verhaal niet meer doen
Joris Zwetsloot
redacteur Online
Joris Zwetsloot
redacteur Online
Kampoverlevende Wim Aloserij (94) is in Hamburg overleden, terwijl hij in Duitsland was voor een herdenking. Aloserij overleefde drie concentratiekampen, waaronder Neuengamme. Ook was hij een van de weinige overlevenden van de ramp met het Duitse cruiseschip Cap Arcona, dat samen met twee andere schepen en zeker 7.000 oorlogsgevangenen de diepte in is gejaagd.
Aloserij was een van de 500 mensen die de scheepsramp overleefden. Hij was tot vannacht de enige West-Europeaan die het verhaal nog kon navertellen. Uitgerekend gisteren zou hij in de Lübecker Bocht in de Oostzee een krans leggen voor de ramp. Vandaag, op de dag van de Nationale Dodenherdenking, zou hij zijn getuigenis doen op de Nationale Herdenking in de Nieuwe Kerk in Amsterdam.
'Wrang'
"Het is wrang dat hij nu is overleden. Ik had hem zo gegund dat hij zijn verhaal nog had kunnen doen", zegt zijn biograaf Frank Krake, die bij de herdenking namens hem het woord voert. "Hij voelde zich vereerd, zag enorm uit naar de ontmoeting met het koningspaar. Het open oor voor zijn verhaal vond hij fantastisch."
Dat Aloserij zo graag vertelde, komt doordat hij het 50 jaar praktisch voor zichzelf heeft moeten houden, verklaart Krake. "Toen hij thuiskwam in '45 was het feest in Nederland. De Duitsers waren net met pek en veren het land uitgejaagd. In die vrolijke context had hij in Nederland niets te zoeken met zijn verhaal. Ook zijn familie wilde hij er niet mee belasten, om niet nog meer oorlogsslachtoffers te maken."
Even gruwelijk als bizar
De Amsterdamse Aloserij is 21 als hij terugkomt in Nederland. In de drie jaar daarvoor heeft hij een aaneenschakeling van even gruwelijke als bizarre gebeurtenissen meegemaakt.
In 1943 wordt hij als 19-jarige slagersknecht opgeroepen voor een Duits werkkamp. Hij gaat, maar vlucht na een half jaar op het dak van een trein terug naar Nederland. Hij duikt onder in het West-Friese Zuidermeer en wordt 1944 weer gepakt bij een razzia.
Via kamp Amersfoort belandt Aloserij in Neuengamme. Tegen Andere Tijden, dat een uitzending maakte over zijn verhaal, zegt hij dat het kampmotto was 'vernietiging door arbeid'. Mensen worden er letterlijk doodgewerkt, sterven er door "uitputting, longontsteking of tyfus".
Hij weet het te overleven en in het voorjaar van 1945 krijgen de geallieerden steeds meer grip op Duitsland. De nazi's proberen de kampen te ontruimen en de bewijzen te vernietigen. Aloserij moet daarbij helpen en behoort tot de laatste groep die in Neuengamme verblijft.
De meeste kampgevangenen worden op dodenmarsen weggestuurd. Maar de laatste groep, waartoe ook Aloserij behoort, wordt op een drietal schepen gezet, waaronder het luxe cruiseschip Cap Arcona.
Geallieerde piloten
Waarschijnlijk willen de Duitsers die schepen laten zinken. Maar zover komt het niet. Op 3 mei krijgen de geallieerde piloten de opdracht om alle Duitse schepen te bombarderen die op hun pad komen. Daar hoort ook de Cap Arcona bij.
Later wordt duidelijk dat de geallieerden konden weten dat daar gevangenen op zaten. Onduidelijk is waarom die boodschap de piloten niet heeft bereikt.
Aloserij zit eerst in het ruim van het schip, maar weet, zich bewust van die benarde positie, een dek hoger te komen. Als het schip eenmaal brandt, zowel vanwege de Engelse bommen als door een vermoedelijk door de Duitsers veroorzaakte explosie in het schip, weet hij bovendeks te komen.
Het hele schip stond in brand. Alles is bezig te overleven.
"Het hele schip stond in brand en die vliegtuigen die bleven schieten. Je staat in een enorme chaotische toestand waar mensen vechten, zich verdringen om reddingsboten en over de bootrand heen springen. Alles is bezig te overleven", zegt hij tegen Andere Tijden. "Dan sta je daar helemaal alleen op dat achterdek en dan zie je dat allemaal gebeuren."
Het water in springen zou hij niet overleven: het is te hoog, het water te koud. Op het brandende schip blijven is ook geen optie. Als een wonder ziet Aloserij een touw aan de reling hangen. Eenmaal in het water vindt hij een reddingvlot. Hij bereikt als een van de weinigen de kant.
Liefde
Na de oorlog bekeert Aloserij zich tot de Jehovah's Getuigen, het geloof waarmee hij in aanraking is gekomen in het kamp. "Zij weigerden voor de Duitsers te werken, omdat zij niemand wilden dienen behalve God", zegt biograaf Krake. "Dat ook die groep werd vervolgd wordt vaak vergeten. Zij moesten speciale kleurtjes dragen van de Duitsers en konden zo de poort uit lopen als ze beloofden dat ze Hitler zouden dienen, maar deden dat niet. Daar had hij bewondering voor."
Vanuit zijn geloof wilde Aloserij een boodschap van liefde uitdragen in plaats van haat, zegt Krake. Voor het maken van de biografie, De Laatste Getuige, heeft Krake een jaar lang nauw met Aloserij samengewerkt. Hij omschrijft Aloserij als een "vergevingsgezinde goeierd". "De kans dat je cynisch wordt na alles wat Wim heeft meegemaakt is levensgroot. Bij hem is het tegenovergestelde gebeurd. 'Als jij een ander haat, dan heb je er vooral zelf last van.' Die uitspraak is heel tekenend voor hem."
Op NPO2 is om 22.00 uur een uitzending van Nieuwsuur, waarin ook Wim Aloserij voorkomt.