130 miljoen euro om medicijnen specifiek te testen voor kinderen
Een gezamenlijk fonds van de Europese Unie en de farmaceutische industrie stelt 130 miljoen euro beschikbaar om een netwerk op te zetten voor het doen van medicijnonderzoek bij kinderen. EU en de farmaceutische industrie delen de kosten.
Van een groot deel van de medicijnen die kinderen voorgeschreven krijgen, zijn de werking en veiligheid bij kinderen niet goed onderzocht. Artsen maken nu vaak op basis van hun kennis en ervaring een inschatting van de werking van een medicijn op kinderen.
Daarbij wegen ze bijvoorbeeld het lichaamsgewicht mee, en zaken als de stofwisseling, die anders is bij kinderen. Maar in Nederland geldt voor de helft van de ongeveer 750 medicijnen die kinderen krijgen dat die niet goed onderzocht zijn.
"Daarvan weten we niet zo goed wat ze doen in kinderen", zegt hoogleraar klinische farmacologie van het Radboudumc Saskia de Wildt. Op afdelingen voor kinderintensive care en neonatologie is zelfs van vier op de vijf medicijnen de werking bij kinderen niet goed onderzocht, vertelt De Wildt.
Eerst niet verplicht
Lang was er ook geen wettelijke verplichting om medicijnonderzoek bij kinderen te doen. Die bestaat pas sinds 2007. Toen trad nieuwe Europese regelgeving in werking die farmaceutische bedrijven verplicht om nieuwe middelen ook te testen bij kinderen.
De 130 miljoen van de EU gaan naar CONECT4Children, een samenwerkingsverband van 33 academische centra en tien farmaceutische bedrijven uit twintig landen. CONECT staat voor het samenwerkingsverband Collaborative Network for European Clinical Trials. Met dat geld moeten in elk land netwerken van experts georganiseerd worden. Dat expert-netwerk adviseert hoe een kinderstudie zo goed mogelijk opgezet kan worden.
Ook moeten in elk land trial-netwerken gevormd worden van ziekenhuizen die de kinderstudies gaan uitvoeren. De Wildt coördineert zowel het Nederlandse expert-netwerk als het Nederlandse deel van het trial-netwerk, PEDMED-NL. PEDMED staat voor Pediatric Medicine (kindergeneeskunde).
De Wildt is al een jaar of twintig bezig met het onderwerp en kent alle valkuilen zo langzamerhand wel. Ze krijgt ruim twee miljoen euro ter beschikking om het Europese expert-netwerk en PEDMED-NL op te bouwen. Het netwerk moet ervoor zorgen dat er snel en goed onderzoek gedaan kan worden naar de werking van medicijnen bij kinderen. Maar het moet bijvoorbeeld ook voorkomen dat er onnodig dubbelop onderzoek wordt gedaan op verschillende plekken in Europa.
Miljoenen euro's
De nieuwe onderzoeksstructuur gaat ook meteen getest worden. "Er gaan acht studies lopen in dit nieuwe Europese netwerk", zegt De Wildt. "Vier opgezet door de industrie en vier door academici. Voor elk van die academische studies komt zes miljoen euro beschikbaar. Voor de studies van de industrie twaalf tot twintig miljoen euro per onderzoek."
In de studies wordt de werking van acht verschillende medicijnen in kinderen onderzocht, maar dat is volgens De Wildt eigenlijk niet de voornaamste doelstelling ervan.
"We gebruiken die studies vooral om ons netwerk te testen. Wat gaat er goed en wat gaat er niet goed? En hoe kunnen we dat al tijdens het project verbeteren? Maar de studies zijn ook bedoeld om vast te stellen wat zo'n medicijnstudie bij kinderen nu eigenlijk kost. Dat helpt om ervoor te zorgen dat we een reële prijs voor het werk kunnen vragen, zodat het netwerk zichzelf kan bedruipen na afloop van dit project. En dat er nog veel meer kinderstudies gaan volgen."