Servië en Kroatië ruziën over WOII, minister niet naar herdenking
De Servische defensieminister Vulin gaat vandaag niet naar de herdenking van slachtoffers van concentratiekamp Jasenovac in Kroatië. Kroatië wil hem daar niet hebben omdat Vulin de zelfstandigheid van het land zou ondermijnen. Volgens Vulin is het een poging van Kroatië om hem de mond te snoeren over de gebeurtenissen in het kamp tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Het is de nieuwste ontwikkeling in een ruzie die afgelopen week begon. Een Kroatische delegatie die in Servie op rondreis was om de relatie tussen beide landen te verbeteren, werd uitgescholden. Ook werd geprobeerd de Kroatische vlag te verscheuren, waarna de delegatie de rondreis onderbrak.
Gespannen voet
Beide landen leven op gespannen voet met elkaar sinds de oorlog in het voormalige Joegoslavië, begin jaren negentig. Ook de gebeurtenissen in het kamp Jasenovac bij het plaatsje Mlaka zetten de verhouding nog altijd op scherp. In de Tweede Wereldoorlog stond het Kroatische Ustasha-regime aan de kant van de nazi's. Joden, Roma, Serviërs en Kroaten die tegen het regime waren, werden tussen 1941 en 1945 omgebracht in verschillende kampen als Jasenovac.
Kroatische geschiedkundigen zeggen dat in de kampen maximaal 100.000 mensen zijn vermoord, maar Servië houdt het op 600.000 slachtoffers. De officiële herdenking van Kroatië bij het kamp wordt geboycot door onder andere Serviërs, die jaarlijks hun eigen herdenking houden.
Geen berouw
Volgens de Servische minister Vulin ligt de verschrikkelijke waarheid van kamp Jasenovac niet in de gebeurtenissen daar, maar in het feit dat het huidige Kroatië geen berouw toont over wat er is gebeurd.
Vulin beschuldigt de Kroatische autoriteiten ervan de misdaden van het Ustasha-regime te bagatelliseren. Ook wordt er volgens hem niet goed genoeg gereageerd op het af en toe weer de kop opsteken van de nazi-idealen van het toenmalige regime.