Ugandezen zijn blij met onze afdankertjes, maar regering wil ervan af
Elles van Gelder
correspondent Afrika
Elles van Gelder
correspondent Afrika
Langs de spoorlijn in een buitenwijk van Kampala, de hoofdstad van Uganda, sorteren verkopers hun waar. Ze maken grote balen kleding open van 45 kilo. De kleding komt uit Europa, de Verenigde Staten en Australië. De balen hebben opdrukken zoals 'baby' en 'sexy tops'.
Deze kleding wordt commercieel verkocht op de markt. Maar overheden in Oost-Afrika zitten niet langer op onze afdankertjes te wachten.
Ondergoed voor nog geen euro
De 25-jarige Sheila Apoo staat op de markt te graaien in een stapel met tweedehandsbroeken. Ze winkelt hier regelmatig, vertelt ze. "De kleding is goedkoop, van goede kwaliteit en omdat het van over de hele wereld komt, is er enorm veel keuze." T-shirts, broeken of jurken worden, afhankelijk van de kwaliteit, verkocht voor een bedrag tussen de één en twee euro. Ondergoed, ook tweedehands, kost minder dan een euro.
De marktverkopers hebben de balen kleding van importeurs gekocht en weten naast de algemene beschrijving niet precies wat erin zit. De import van tweedehandskleding gaat namelijk per kilo, niet per kledingstuk.
Een baal kinderkleding bijvoorbeeld wordt door de importeurs aan de marktkooplieden verkocht voor zo'n 145 euro. Voor 45 kilo T-shirts met lange mouwen betalen ze 45 euro. Omdat het zo warm is in Uganda zijn die minder populair. Op de markt wordt de kleding vervolgens wel per kledingstuk doorverkocht aan de klant.
De handel in tweedehandskleding is groot. Volgens statistieken van de Verenigde Naties, had de wereldwijde export van tweedehandskleding in 2015 een waarde van 4,8 miljard Amerikaanse dollar. En de regio Oost-Afrika voerde voor een bedrag van 151 miljoen dollar afdankertjes in.
Hoewel de klanten blij zijn met de kleding, wil de regering van Uganda de handel in tweedehandskleding verbieden:
De grootste textielfabriek van Uganda heet Nytil en ligt aan de bron van de Nijl. Honderden naaisters zitten in lange rijen naast elkaar en zetten T-shirts, overhemden en schooluniformen in elkaar.
De textielfabriek heeft ruim 2000 werknemers maar zegt de capaciteit te hebben om te groeien. Als ze de kans maar krijgen. "We kunnen de Ugandees kleden", zegt manager Williem Okello. "Maar de tweedehandskleding en ook de import van kleding uit China maakt het ons moeilijk."
Ugandese kleding is duur
Meer vraag naar Ugandese kleding betekent niet alleen meer werk voor spinners en naaisters, maar ook voor katoenboeren en bedrijven die de ruwe katoen verwerken. Werkgelegenheid creëren is uiteraard een goed streven, zegt de Ugandese econoom Fred Muhumuza. Toch maakt hij zich ernstige zorgen om het plan van de overheid. Volgens hem heeft het land de capaciteit helemaal niet om in het gat te duiken als de tweedehandskleding wegvalt.
Bovendien is het uiterst nadelig voor de consument om lokaal te kopen. "De kleding die in Uganda wordt gemaakt is veel duurder", vertelt hij. "Veel Ugandezen hebben weinig te besteden dus als het kopen van kleding duurder wordt, dan drukt dat echt op hun budget."
De afgelopen jaren heeft Uganda de importbelasting op de tweedehandskleding opgevoerd om zo de import in te perken. Maar ze hebben zich gecommitteerd aan een algeheel verbod vanaf volgend jaar.
Toch hoopt econoom Muhumuza op een stappenplan van vele jaren. "We moeten de tweedehandskleding langzaam in gaan perken terwijl we onze eigen textielindustrie tegelijkertijd vergroten. Zo kunnen we dan hopelijk ook de prijs van de lokale kleding verlagen."
Olivia Kansiime roept op de tweedehandsmarkt haar klanten toe. "Een rompertje voor nog geen 50 eurocent, een koopje." De alleenstaande moeder van drie jonge kinderen is bang dat ze Ugandese kleding niet krijgt verkocht, ook niet als de prijs van lokaal gemaakte kleding naar beneden gaat.
Ze pakt een Ugandees T-shirt en een Europees T-shirt. "Zie je de naden en de stof? Ugandese kleding is niet alleen duurder maar ook van slechtere kwaliteit. Dit is niet wat mijn klanten willen. Wij dragen liever gebruikt en uit het buitenland, dan nieuw en lokaal."