Krijgt de eredivisie zijn 'slechtste' topscorer aller tijden?
Een blik op Teletekstpagina 832 doet de wenkbrauwen fronsen: de twee topscorers van de eredivisie, PSV-aanvaller Hirving Lozano en Willem II-spits Fran Sol, hebben na 28 speelrondes slechts veertien treffers op hun naam staan.
"Veertien goals, terwijl het al bijna april is, dat is heel erg weinig", stelt NOS-analist en oud-spits Pierre van Hooijdonk. "Veertien is voor een topscorer in de eredivisie niet veel", doet international Bas Dost, die scoren tot zijn beroep heeft gemaakt, ook een duit in het zakje.
Het lage aantal springt inderdaad in het oog. Genoeg reden dus om aan de hand van cijfers te bepalen of de topscorers van nu onder de maat presteren, of dat er andere factoren een rol spelen? Wat daaruit volgt is een even opmerkelijke als pijnlijke conclusie.
Hoe stonden we er destijds voor?
Om tot die conclusie te komen, worstelen we ons door een brij aan cijfers. Allereerst vergelijken we de huidige stand van zaken met die van de afgelopen tien seizoenen.
In die periode glorieerden roemruchte spitsen. Zo stond Luis Suárez in 2009/10 na 28 eredivisieduels voor Ajax al op 29 treffers. Ook Vitesse-spits Wilfried Bony en de toen nog tien jaar jongere Huntelaar waren in dit stadium met 27 goals al hard op weg naar een eindscore boven de dertig treffer.
Dat aantal lijkt ver buiten bereik van Lozano en Sol dit jaar.
Uit bovenstaande tabel wordt ook pijnlijk duidelijk dat de topscorers de afgelopen seizoenen beduidend minder makkelijk scoren. Waar ze voorheen in 28 wedstrijden (ruim) boven de twintig goals uitkwamen - een enkele uitzondering daargelaten - blijven ze inclusief dit seizoen al vier jaar lang steken op maximaal twintig treffers.
"Waar dat aan kan liggen?", vraagt Van Hooijdonk zich af. "Spitsen hebben er last van dat veel buitenspelers niet meer in dienst spelen van de nummer 9. Die zijn er veel meer op uit een schietpositie voor zichzelf te creëren, in plaats van, zoals vroeger, de spitsen te bedienen."
Giovanni van Bronckhorst, trainer van landskampioen Feyenoord, ziet daar desondanks de waarde van in. "Het is natuurlijk altijd moeilijker om een complete aanvalslinie te verdedigen dan één spits. Dat is denk ik iets wat we de afgelopen jaren steeds vaker hebben gezien."
En het buitenland dan?
Maar dan rijst de vraag of die tactische verklaring ook in het buitenland waarneembaar is. Zitten de topscorers van de buitenlandse competities ook in een crisis, of kampt alleen de eredivisie met dit probleem? Een blik op onderstaande kaart toont aan dat met name de Nederlandse competitie met dit probleem worstelt.
Want in de zes grote competities (Engeland, Spanje, Duitsland, Italië, Frankrijk en Portugal) scoren de topscorers er vooralsnog lustig op los met negen, tien en zeventien treffers meer dan in Nederland. "Dat is echt enorm opvallend", aldus Van Hooijdonk. "Het kan liggen aan de kwaliteit van de spits."
Bijna twintig jaar geleden bleef Van Hooijdonk zelf als spits van Benfica steken op 19 treffers in dertig duels. Dan zijn de cijfers van Bas Dost een stuk indrukwekkender.
De spits van Sporting Portugal werd vorig jaar topscorer van Portugal met 34 goals. Dit seizoen staat de teller na 27 wedstrijden op 23 treffers, acht minder dan Benfica-spits Jonas.
"Ik weet niet of het met kwaliteit te maken heeft", aldus Dost. "Ik weet wel dat ik naar mezelf kan kijken. Ik neem in een seizoen in Portugal geen genoegen met minder dan twintig goals in de competitie."
De scorende middenvelder
Doelpunten maken is al lang niet meer het domein van de spits. Elftallen lijken steeds vaker op meerdere posities over scorende spelers te beschikken, wat vooral te merken is aan de steeds groter wordende groep middenvelders die zich als afmaker onderscheidt.
Zo heeft Ajax dit seizoen - voor het eerst sinds 1997/1998 - vier spelers met minstens tien goals achter hun naam, onder wie twee middenvelders, Lasse Schöne en Donny van de Beek, en een buitenspeler, David Neres.
Ook koploper PSV kent het genoegen van een scorende middenvelder: Marco van Ginkel heeft al twaalf treffers op zijn naam staan. "Het is van belang voor een team dat meerdere spelers goals kunnen maken, dat je niet afhankelijk bent van één speler", zegt trainer Phillip Cocu. "Wij hebben gelukkig een aantal spelers dat redelijk wat doelpunten maakt."
"Er is niet meer één targetman die een groot deel van de productie op zich neemt", vervolgt Cocu. "Het wordt verdeeld over meerdere spelers met meer beweging en positiewisselingen en buitenspelers die naar binnen komen."
Ook Van Bronckhorst beschikt bij Feyenoord over een middenveld met spelers die het elftal schwung geven en zelf regelmatig in scoringspositie komen. "Er zijn steeds meer dynamische spelers die een moment kiezen om in het zestienmetergebied op te duiken. Dat soort spelers scoort steeds vaker. In ons systeem zijn dat Tonny Vilhena en Jens Toornstra, Ajax heeft Van de Beek en Hakim Ziyech."
Zakt de eredivisie al langer?
We kunnen dus concluderen dat de topscorer na 28 speelronden minder doelpunten heeft gemaakt dan voorheen. Het zou natuurlijk mogelijk kunnen zijn dat die magere score in de slotfase van de competitie, wanneer de beslissingen vallen en er (wellicht) meer op goals wordt gejaagd, weer enigszins wordt gecompenseerd. Maar ook dat lijkt ijdele hoop.
Kijkend naar de cijfers van de afgelopen tien seizoenen blijkt op alle fronten sprake van een dalende trend. De topscorers zijn dus ook in een heel seizoen minder gaan scoren dan voorgaande jaren. Sterker nog, de laatste vier seizoenen komt de topscorer niet boven de dertig goals uit.
Zijn alle clubs in de eredivisie dan ook in totaal minder gaan scoren? Nee, dat aantal is juist constant gebleven.
Ook als we het totaal aantal doelpunten van de topscorer aan het eind van het seizoen vergelijken met het buitenland, blijkt dat de eredivisie achterblijft.
Want in de grote competities doen de goaltjesdieven gewoon hun werk, jaar in jaar uit. Ook daar blijft het aantal goals per seizoen, op een enkele schommeling na, constant.
Sommige competities kennen ook meer wedstrijden, zoals Spanje en Engeland er 38 hebben, maar de verschillen met de eredivisie zijn al gemaakt na 28 speelronden.
Minst scorende topscorer aller tijden?
Gezien de laatste tien seizoenen maakt de topscorer in de resterende zes eredivisiewedstrijden gemiddeld nog 5,1 doelpunten. Als Lozano en Sol zich aan dit gemiddelde houden, staan zij na de laatste speelronde op 6 mei op negentien treffers.
En dan scharen ze zich in het rijtje van minst scorende spitsen in de eredivisie.
Toegegeven, Lozano heeft om uiteenlopende redenen vijf eredivisieduels gemist dit seizoen, maar de feiten op Teletekstpagina 832 zijn daarom niet minder hard.
De Mexicaanse buitenspeler en zijn Spaanse compagnon Sol zullen nog hard aan de bak moeten om hun naam niet, net als Jørgensen vorig seizoen, terug te zien in het rijtje van 'magere' spitsen.