Verzetsheld Gerrit van der Veen, de vader van Gerrit Jan Wolffensperger
NOS NieuwsAangepast

Een verzetsheld als vader: 'Hij is een mythe, maar ik zat nooit op schoot'

Dinsdag precies 75 jaar geleden werd een van de beroemdste verzetsdaden van de Tweede Wereldoorlog gepleegd: de aanslag op het bevolkingsregister in Amsterdam. Een verzetsgroep was het gebouw op de Plantage Kerklaan binnengedrongen, had gestolen explosieven af laten gaan en had brand gesticht. Het doel: ervoor zorgen dat de Duitse bezetter geen gebruik meer kon maken van het register om Joden, arbeiders en het verzet op te sporen.

Komende week opent in het Verzetsmuseum een speciale expositie om de aanslag van 1943 te herdenken. Voormalig D66-fractievoorzitter Gerrit Jan Wolffensperger vertelde in het radioprogramma Met het oog op morgen over zijn vader: Gerrit van der Veen, die die actie leidde. Hij werd in 1944 door de Duitsers gefusilleerd. Twee maanden later werd Wolffensperger geboren.

Het viel Wolffensperger lang zwaar om over zijn vader te praten en pas onlangs heeft hij voor het eerst gehuild om zijn dood. Dat hij nu ouder is, maakt het makkelijker om erover te spreken. Dat was in 1983 nog onmogelijk: als loco-burgemeester van Amsterdam hield hij een toespraak bij een herdenking van de aanslag en kreeg hij de naam van zijn vader niet over zijn lippen.

Luister naar het volledige gesprek tussen Gerrit Jan Wolffensperger en Oog-presentator Max van Weezel.

Met het ouder worden, identificeert hij zich sterker met zijn vader, al blijft hij een onbekende voor hem. "Het gaat over iemand die ik nooit heb gekend. In mijn kinderlijke gevoelens heb ik weleens gedacht: iedereen praat over hem, maar ik heb nooit bij hem op schoot gezeten of in zijn atelier gespeeld. Het is een mythe. Ik had zo graag ook eens een mens gehad."

Wolffensperger denkt dat de familieverhoudingen het niet makkelijk voor hem maakten om over zijn vader te praten. Zijn moeder was al voor de oorlog de minnares van zijn vader, wat het contact met familie ingewikkeld maakte. "Later is dat goedgekomen, maar ik schreeuwde niet van de daken wie mijn vader was. Terwijl ik goddomme in de Gerrit van der Veenstraat werd opgevoed door mijn grootouders."

"En er komt misschien nog iets bij. Ik kreeg geleidelijk aan functies die mij een zekere bekendheid gaven. Ik werd wethouder van Amsterdam en fractievoorzitter van D66 in de Tweede Kamer. Het laatste wat je dan wil is op iemands schouders staan."

Wolffensperger in 2010

Volgens Wolffensperger begon het verzet van zijn vader met de komst van de Kultuurkamer, waarbij kunstenaars zich van de Duitsers moesten registreren. Van der Veen was voor de oorlog beeldhouwer. "Als je geen lid werd, betekende dat dat je geen opdrachten meer kreeg. En er werd druk uitgeoefend om kunst te maken die de Duitsers mooi vonden. Dat heeft hij geweigerd."

Uit protest vertrok hij uit de Nederlandse Kring van Beeldhouwers en stal hij de kas. Daarna richtte hij de Persoonsbewijzencentrale (PBC) op, waar persoonsbewijzen werden vervalst voor mensen die vervolgd dreigden te worden door de Duitsers. Zijn drijfveer was niet religieus of politiek, maar hij wilde iets doen tegen onrecht.

Volgens Wolffensperger is die oprichting een van de grootste daden van zijn vader. "De Persoonsbewijzencentrale werd steeds professioneler, maar de verzetsdaden van mijn vader werden ook steeds doldriester. Hij kwam als het ware in een soort stroom: het moest steeds verder." Van der Veen was door vrienden gewaarschuwd dat hij rustiger aan moest doen met zijn overvallen en aanslagen.

De ravage na de aanslag op het Amsterdamse Bevolkingsregister

Ontroerend vindt Wolffensperger ook het verhaal over de drukker van de PBC. "Frans Duwaer, aan wie op een gegeven moment is gevraagd of hij persoonsbewijzen kon drukken." Kunstenaar Willem Sandberg, die ook in de verzetsgroep zat, schreef over hem dat Duwaer met zijn antwoord de rest van zijn leven bepaalde. "Want hij werd geëxecuteerd, tezamen met mijn vader."

De verzetsgroep bestond uit goede vrienden, die bij elkaar over de vloer kwamen. "Je moest natuurlijk veel vertrouwen in elkaar hebben. En dat had je eigenlijk alleen bij mensen die elkaar heel goed kenden." De aanslag op het bevolkingsregister kreeg naar verluidt op de verjaardag van Sandberg vorm.

Begin mei 1944 pleegde Van der Veen een overval op de gevangenis Weteringschans, waarmee hij zijn opgesloten verzetsvrienden wilde bevrijden. Daarbij werd hij in zijn rug geschoten, waardoor hij grotendeels verlamd raakte. Later is hij gearresteerd en in de duinen bij Overveen doodgeschoten. "Hij zei daarvoor: ik wil sterven als man, namelijk staande. Hangend op de schouders van twee vrienden is hij gefusilleerd."

Wolffensperger werkt aan een documentaire over zijn vader. Wanneer die moet uitkomen, is nog niet bekend.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl