Heineken over misbruik promotiemeisjes: 'te weinig aandacht voor gehad'

Heineken zet in Afrikaanse landen duizenden promotiemeisjes in, van wie velen worden lastiggevallen onder werktijd, meldt NRC. De auteur van het artikel, Olivier van Beemen, deed onderzoek naar de activiteiten van de bierbrouwer in Afrika en schreef daar een boek over. Volgens Van Beemen verwachten leidinggevenden van de meisjes dat die met hen naar bed gaan.

Heineken geeft tegenover de NOS toe dat dergelijke misstanden voorkomen. Het wil samen met andere biermerken, promotiebureaus en andere partijen stappen zetten om de misstanden aan te pakken.

Het bedrijf noemt daarbij "duidelijke regels, training, kledingvoorschriften, verbod op drinken van alcohol tijdens het promoten, toezichthouders van het promotiebureau in bars en vervoer naar huis van werk".

Volgens Van Beemen spelen de problemen al jaren en heeft de bierbrouwer tot nu toe weinig tegen de misstanden gedaan. In zijn artikel refereert hij aan vergelijkbare misstanden in Zuidoost-Azië, achttien jaar geleden. Daarop volgden een onderzoek en nieuwe richtlijnen.

"We maakten in eerste instantie de fout het als een medische kwestie te beschouwen, terwijl het een maatschappelijk probleem was", zegt oud-personeelsmanager Hans Wesseling. "Heineken ging die meisjes vertellen hoe ze veilig seks konden hebben, terwijl uit onderzoek bleek dat ze werden verkracht."

Provocerende uniformen

In 2007 bleek uit een intern onderzoek van Heineken dat het bedrijf in ruim honderd landen 15.000 promotievrouwen inzette. Zeventig markten zouden als riskant zijn gewaardeerd, omdat er sprake was van "seksueel misbruik, onderbetaling, verplicht meedrinken of provocerende uniformen", aldus NRC. Het onderzoek werd volgens de krant uitgevoerd door een stagiair. Sommige vrouwen gebruiken overigens een baan als promotiemeisje om klanten te werven als prostitué.

Een jaar later kwam uit een onderzoek van de humanitaire organisatie CARE naar voren dat meer dan de helft van de promotiemeisjes in Cambodja seksueel werd lastiggevallen. Dat was acht jaar nadat de misstanden in Cambodja aan het licht waren gekomen.

Heineken zegt nu in een reactie op het krantenbericht dat "maatregelen hebben bijgedragen aan het terugdringen van het probleem daar en in andere markten".

Katinka van Cranenburgh, tot 2014 actief bij Heineken en destijds betrokken bij het dossier, suggereert in de krant dat er na het interne onderzoek weinig is verbeterd. "In sommige landen hebben waarschijnlijk enkele verbeteringen plaatsgevonden, maar het hoofdkantoor heeft zijn handen er vanaf gehaald en houdt het niet meer in de gaten. Het viel me op dat de richtlijnen niet meer online staan tussen de andere policies, alsof het geen issue meer is."

Heineken gaat niet direct in op de kritiek van Van Cranenburgh, maar erkent: "Dit probleem verdient meer aandacht dan het de afgelopen jaren van ons en van andere belanghebbenden heeft gekregen. De praktijken zoals door Olivier van Beemen beschreven, druisen volledig in tegen waar we als bedrijf voor staan en we veroordelen deze misstanden dan ook ten zeerste."