Uittocht in Oost-Ghouta zet door na opmars Syrische leger
Duizenden strijders in het Syrische Oost-Ghouta zullen naar verwachting vandaag het gebied verlaten en op weg gaan naar het noordwestelijke Idlib, een van de laatste machtscentra van de opstandelingen. Gisteren sloot de op een na sterkste islamitische rebellengroepering in Oost-Ghouta, Faylaq al-Rahman, een akkoord met Rusland, een cruciale bondgenoot van het Syrische bewind.
Volgens dat akkoord geven de rebellen een geïsoleerd gebied op in Oost-Ghouta, waar onder andere de plaatsen Zamalka, Arbin, Ein Terma en Jobar onder vallen. Eerder gaven rebellen Harasta, verder in het noorden, al op. Daar zijn inmiddels duizenden strijders en hun families met bussen vertrokken.
Daarmee is alleen de stad Douma nog in handen van rebellen in Oost-Ghouta. Die is onder controle van de sterkste rebellengroep in de regio, het Leger van de Islam (Jaish al-Islam). Volgens het Syrische Observatorium voor de Mensenrechten, dat de ontwikkelingen in Syrië vanuit Engeland via een lokaal netwerk volgt, wordt er met deze groepering ook onderhandeld, onder meer over de vrijlating van gevangenen.
Met de overgave door de rebellen komen ook duizenden Syrische militairen vrij. Syrië laat op zijn beurt opgepakte rebellen gaan.
In Idlib, waar de rebellen naartoe gaan, is het overigens allerminst rustig. Ook daar voert Syrië met hulp van Rusland geregeld bombardementen uit. Ook liggen rebellengroeperingen onderling er overhoop. Vandaag ontplofte een bom bij het hoofdkwartier van een groepering die voorheen al-Qaida vertegenwoordigde. Er vielen zeven doden en tientallen gewonden.
Chloorgas
Syrië begon met Rusland ruim een maand geleden aan een nieuw offensief om Oost-Ghouta te heroveren op rebellen. Dat ging gepaard met een van de zwaarste bombardementen in de oorlog. Volgens activisten zijn de afgelopen weken meer dan 1500 mensen omgekomen. Inwoners en mensenrechtenorganisaties beschuldigen het Syrische bewind ervan vatbommen uit helikopters te gooien. Ook zou chloorgas zijn ingezet bij de strijd, wat Damascus ontkent.
Voor het offensief begon waren er naar schatting 400.000 mensen in Oost-Ghouta. Volgens Syrië en Rusland zijn inmiddels meer dan 100.000 mensen vertrokken uit het gebied.