Weekendschool: rechter spelen en leren over strafrecht
Anna Mees
redacteur Online
Anna Mees
redacteur Online
Hoe kunnen kinderen voor wie het niet vanzelfsprekend is om thuis over studies en beroepen te praten, toch ontdekken welke mogelijkheden er bestaan voor later? Om die vraag draait het bij de IMC Weekendschool, die twintig jaar bestaat. In twee decennia werden een kleine 2500 leerlingen opgeleid en nu breidt de school flink uit.
Iedere zondag krijgen scholieren tussen de 10 en 13 jaar uit de armste wijken les van advocaten, architecten, artsen, kunstenaars en ondernemers. Het doel is de kinderen te motiveren hun best te doen op school en uiteenlopende vakgebieden te leren kennen. Sinds kort worden de gastlessen ook doordeweeks gegeven op dertien basisscholen.
Bijvoorbeeld bij de Caleidoscoopschool uit Almere. Na lessen over strafrecht op school gaan ze opgetogen naar de rechtbank in Lelystad. Daar mogen ze al hun vragen stellen en behandelen ze zelf twee zaken.
"Hoe oud was de jongste verdachte?", "Gebruiken jullie een hamer?" en "Wat was uw ergste zaak ooit?" vragen twaalfjarige leerlingen in de rechtbank in Lelystad. Rechter Heleen Bos vertelt over een uitspraak in een ingewikkelde moordzaak, waarbij de zaal vol zat met emotionele familieleden van de verdachte. De oefenstrafzaken van de leerlingen gaan over een woninginbraak en diefstal van een broodje.
'Drie dagen niet gegeten'
De leerlingen die het eerst aan de beurt zijn, trekken giechelend hun toga's aan. Rechtbankbode Jordy doet de deur van de zittingszaal open. "Goedemorgen allemaal, wilt u gaan staan? De rechter komt binnen."
De verdachte bekent onmiddellijk dat ze het broodje gestolen heeft. Waarom, wil rechter Melih weten. "Onze kinderen hadden eten nodig en ik heb geen geld. Het was oud brood, ik dacht dat het weggegooid zou worden", antwoordt de verdachte. "Ik deed het uit liefde voor m'n kinderen. Ze hadden drie dagen niet gegeten. Ja ik heb er spijt van en doe het nooit meer."
"Wie heeft dit geschreven? Daar heb ik echt respect voor!"
Fenna, die officier van justitie speelt, wil dat de kinderen uit huis worden geplaatst. "Jullie kunnen niet goed voor ze zorgen." De rechter onderbreekt. "Ik snap dat jullie je zorgen maken, maar in het echte leven kan een officier van justitie dit niet eisen in een strafzaak. Dat bespreken we bij een familierechter."
Op fluistertoon overleggen de officieren, terwijl rechter Bos de maximale geldboete voor diefstal opzoekt in het Wetboek van Strafrecht. "Wie heeft dit geschreven?" vraagt Timo. "Daar heb ik echt respect voor!" Rechter Bos vertelt dat dat meerdere mensen zijn. En dat strafrechters het niet uit hun hoofd hoeven te kennen. Dan spreekt Fenna de eis uit: "Vijftig uur taakstraf bij de bakker en hulp van de reclas...dinges. Ja, de reclassering."
Rechtvaardigheid
De rechters overleggen in de raadkamer. Een leerling vraagt zich af of het in het echt ook zo lang duurt. De rechters komen terug en veroordelen de verdachte tot 25 uur werken bij de betreffende bakker en begeleiding door de reclassering. Een paar leerlingen klappen even, maar herinneren zich dan wat advocaat Bas Sijbom ze vooraf had verteld: jammer genoeg wordt er niet geklapt bij een uitspraak.
Ze leren voor later, maar weten vaak niet wat er later kán.
Na vier minizittingen vertelt Ocean (12) dat hij rechtvaardigheid belangrijk vindt. Het beroep van advocaat spreekt hem wel aan. "Dan kan je iemand verdedigen die iets niet gedaan heeft of proberen dat hij een zo laag mogelijke straf krijgt als 'ie het wel heeft gedaan."
Oceans vriend Melih wilde eerst ingenieur worden, maar neigt nu iets meer naar rechter. "Want die is eigenlijk de baas. Hij moet goed nadenken of een verdachte schuldig is of niet." Melih heeft vmbo-t advies, dus een rechtenfaculteit ligt nog niet binnen handbereik.
Maar dat maakt niets uit, zegt Weekendschool-oprichter en directeur Heleen Terwijn. "Veel van onze gastdocenten waren zelf stapelaars. En een van de alumni wilde eerst architect worden, maar werd grafisch vormgever." Het gaat erom dat hun nieuwsgierigheid geprikkeld wordt, dat ze werelden leren kennen, vinden wat bij ze past en een goede plek innemen in de samenleving, zegt de directeur die van huis uit psycholoog is.
"Al experimenterend leer je. School bereidt leerlingen voor op diploma. Ze leren voor later, maar weten vaak niet wat er later kán. Door de Weekendschool gaan ze onderwijs zien als een middel en niet als een doel."
Terwijn kwam op het idee toen ze in de jaren negentig toekomstverwachtingen van kinderen in de Amsterdamse Bijlmer onderzocht. Ze zag veel nieuwsgierigheid en enthousiasme. "Op 10-jarige leeftijd kunnen kinderen cognitief al veel en zijn ze heel ontvankelijk. Maar motivatie moet je voeden, anders sterft het af. Dat zag ik gebeuren. Dan komt depressie vaak voor en ook criminaliteit. Het is heel moeilijk om nog iets te veranderen als jongeren 16 zijn en het is misgegaan."
Haar werk is niet zonder resultaat: uit onderzoeken door de Universiteit van Amsterdam (UvA) blijkt dat Weekendschool-leerlingen een meer onderzoekende houding hebben, meer zelfvertrouwen, motivatie en een grotere woordenschat dan kinderen van dezelfde school die op zondagen geen gastlessen volgen.
Ook docenten merkten dit, zegt Terwijn. "De afgelopen jaren heb ik veel telefoontjes gekregen van leraren die wilden weten wat zij van de Weekendschool konden leren." Daaruit ontstond de proef IMC Basis, voor kinderen uit de armste wijken. Geen lessen in het weekend, maar doordeweeks op school en op speciale locaties zoals musea, ziekenhuizen en rechtbanken. "Er komt minder coördinatie bij kijken en het is goedkoper." In een jaar tijd ging het project van vier naar dertien basisscholen.
Het nieuwe doel is vijftig, in twee tot drie jaar tijd. "We beginnen in de wijken waar dit het hardst nodig is. De vraag voor de komende tijd is: gaan we door tot in Aerdenhout? En hoe lang gaan we door? De activiteiten zijn aanvullend, zijn de resultaten dat ook?" Dat laatste moet blijken uit onderzoek van een consultancybureau dat dit najaar verschijnt. En uit meerjarig onderzoek door de UvA.
De twaalfjarige Hajar van de Almeerse Caleidoscoopschool stak er in ieder geval iets van op, vertelt ze in de rechtbank in Lelystad. Ze draagt een shirt met daarop in gouden letters: 'follow your dreams'. Ze wilde al architect worden, omdat ze van tekenen houdt. Bij de gastles architectuur kwam ze erachter dat ze daar ook rekenen voor nodig heeft. "Daar ben ik al goed in, maar ik ga nóg beter m'n best doen."