Oostenrijkse president wil opheldering over inval bij inlichtingendienst
In Oostenrijk is ophef ontstaan over een politie-inval bij de inlichtingendienst BVT. Bij de inval, die werd uitgevoerd door een politieteam dat gespecialiseerd is in straatcriminaliteit en drugs, zijn documenten uit een onderzoek naar extreem-rechtse groeperingen in beslag genomen.
De inval was woensdag en vond volgens Oostenrijkse media plaats op initiatief van het ministerie van Binnenlandse Zaken, dat wordt geleid door de rechts-populistische regeringspartij FPÖ. President Van der Bellen noemt de inval "hoogst ongebruikelijk en irritant". Hij wil van de betrokken autoriteiten zo snel mogelijk een volledige uitleg.
De inval werd gedaan vanwege een verdenking van verduistering door drie ambtenaren. Normaal gesproken worden zulke zaken onderzocht door de financiële politie, en niet door het zwaarbewapende straatcriminaliteitsteam. Het is niet duidelijk waarom de inval door het criminaliteitsteam is uitgevoerd en waarom er materiaal over extreem-rechtse groeperingen in beslag is genomen.
De beslissing om het criminaliteitsteam te sturen, is volgens Oostenrijkse media genomen door de secretaris-generaal van het ministerie van Binnenlandse Zaken Peter Goldgruber. Die is benoemd door binnenlandminister Herbert Kickl (FPÖ).
In Oostenrijk regeert sinds half december een coalitie van de conservatieve ÖVP en de rechts-populistische FPÖ. De FPÖ is door oud-nazi's opgericht en kwam met diverse nazi-schandalen in het nieuws. Die worden door de partij telkens afgedaan als uitzonderingsgevallen.