NOS Nieuws

Minder dierproeven in 2016, meer 'ongebruikte' dieren gedood

In 2016 zijn bijna 450.000 dierproeven gedaan, zo'n 80.000 minder dan in 2015. De cijfers komen uit het jaarverslag van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA).

De dienst voerde ruim 300 inspecties uit bij vergunninghouders, zoals universiteiten, academische ziekenhuizen, onderzoeksinstellingen en farmaceutische bedrijven. Ruim een derde van de inspecties was niet aangekondigd. Drie vergunninghouders kregen een waarschuwing: twee omdat de dieren niet genoeg bodembedekking in hun hok hadden, de derde vanwege onvolkomenheden in de registratie van de dagelijkse controles van de dieren.

'Ongebruikte' dieren gedood

Ruim 440.000 proefdieren werd gedood zonder dat ze in een dierproef waren gebruikt, een stijging van 8,5 procent ten opzichte van 2015. In dat jaar was het aantal gedode 'ongebruikte' dieren juist flink gedaald.

Ongeveer een kwart van de gedode dieren die geen dierproef hadden ondergaan, werden gebruikt voor de fok. Andere gedode dieren hadden bijvoorbeeld niet de gewenste genetische eigenschappen.

Het Nationaal Comité advies dierproevenbeleid is bezig om samen met onderzoeksgroepen kwaliteits- en efficiëntiecriteria op te stellen voor het genereren van genetisch gewijzigde dieren. Daarmee moet het aantal proefdieren dat wordt gedood zonder te zijn gebruikt, worden verminderd. Het advies moet voor de zomer worden afgerond, schrijft Minister Schouten van Landbouw aan de Tweede Kamer.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl