VN: nog geen snipper hulp in Oost-Ghouta aangekomen
Dagelijkse gevechtspauzes van vijf uur die zijn afgekondigd voor het Syrische Oost-Ghouta, zijn volstrekt onvoldoende om hulpverlening op gang te brengen. Dat heeft Jan Egeland, een hoge VN-adviseur voor humanitaire zaken, gezegd tijdens een ontmoeting met diplomaten in Genève.
"U slaagt er niet in ons te helpen bij het hulp bieden aan de burgers in Syrië", zei Egeland, die eraan toevoegde dat in Oost-Ghouta, een buitengebied bij de hoofdstad Damascus, de internationale rechtsregels met voeten worden getreden.
In het gebied zitten 400.000 burgers klem tussen de rebellen die Oost-Ghouta in handen hebben, en het Syrische regeringsleger dat met Russische hulp probeert het gebied in te lijven. In het nu elf dagen durende offensief met intensieve luchtaanvallen zijn honderden burgers omgekomen.
De Russische president Poetin stelde zondag voor om dagelijks vijf uur lang de wapens te laten zwijgen om hulp toe te laten tot de burgers van Oost-Ghouta. Maar tot dusver is het bestand steeds gebroken.
Tweerichtingsverkeer
Volgens Egeland moet er een tweerichtingscorridor worden ingesteld, waarbij hulpkonvooien het gebied in kunnen rijden en ernstig zieke en gewonde burgers geëvacueerd kunnen worden. "Ik moet zeggen dat ik niemand ken in de humanitaire hulpverlening die denkt dat vijf uur voldoende is om hulp af te leveren in Oost-Ghouta en ordelijke medische evacuaties op gang te brengen", zei hij in Genève.
De VN heeft pakhuizen vol hulpgoederen in Syrië en 43 vrachtwagens klaarstaan die, als de gelegenheid zich voordoet, op weg kunnen naar de belegerde regio, aldus Egeland. De VN stuurt nog altijd aan op een bestand van dertig dagen, zoals de Veiligheidsraad eind vorige week afsprak. Ook dat akkoord leverde tot dusver niets op.
"Dat bestand moet er komen, anders krijgen we in Oost-Ghouta een herhaling van Aleppo", zei de speciale VN-gezant voor Syrië, Staffan de Mistura, vandaag tegen journalisten. Eind 2016 voltrok zich een humanitair drama in Aleppo, in het noorden van Syrië, dat lange tijd door het Syrische leger werd afgesloten van de buitenwereld.
Afrin wél bevoorraad
Vandaag is wél hulp gearriveerd in de regio Afrin in het noordwesten van Syrië, heeft het Rode Kruis gemeld. Een hulpkonvooi van 49 voertuigen bracht 430 ton goederen zoals voedsel, dekens en winterkleren naar de inwoners van het belegerde gebied.
Het Turkse leger begon in januari een offensief tegen de Koerdische strijdgroep die Afrin in handen heeft. De levensomstandigheden van de circa 50.000 mensen in Afrin zijn uiterst moeilijk, zegt het Rode Kruis. Voor het eerst dit jaar gaven de strijdende partijen het groene licht voor de levering van hulpgoederen.