In een week tijd 500 doden in Oost-Ghouta, niemand is zijn leven zeker
Bij bombardementen op de rebellenenclave Oost-Ghouta in Syrië zijn vandaag zeker 29 mensen omgekomen. Daarmee stijgt het totale dodental van deze week tot boven de vijfhonderd, zegt het Syrische Observatorium voor Mensenrechten.
Volgens deze in Engeland gevestigde groep worden de aanvallen uitgevoerd door Syrische en Russische vliegtuigen. Rusland ontkent directe betrokkenheid bij het geweld.
In het gebied zijn meerdere rebellengroepen actief, onder wie een aan al-Qaida gelieerde groep.
Lijken
Beelden die de buitenwereld bereiken, laten zien dat niemand in Oost-Ghouta zijn leven zeker is. Op straat staat een bestelauto met lijken in achterbak, in een ziekenhuis kijken gewond geraakte kinderen verdwaasd voor zich uit.
"Er is een wrede campagne gaande om Ghouta te verwoesten", zegt een arts. "Ze gebruiken vliegtuigen, raketten en bomvaten." Een vrouw die een zwaargewonde zoon binnenbrengt, krijgt te horen dat de artsen niets voor hem kunnen doen." Overal is geschreeuw en gehuil van kinderen te horen.
In de VN-Veiligheidsraad wordt al een week over een resolutie gesproken die een staakt-het-vuren tot stand moet brengen. Hulpverleners van de VN zouden de enclave dan binnen kunnen gaan om voedsel en geneesmiddelen te brengen en zieken en gewonden weg te halen.
Gisteren kwam het opnieuw niet tot een stemming. Rusland was het niet eens met de tekst en zou een veto uitspreken. De resolutie is inmiddels aangepast en wordt om 18.00 uur Nederlandse tijd in stemming gebracht.