'Afgelopen jaar kwamen we nog weg met minder trainen, nu niet'
Het ging na afloop van de ploegenachtervolging vooral over drie dingen: de gebroken veer van Jan Blokhuijsen, de ijzersterke Noren en de vraag of de Oranje-mannen wel genoeg getraind hadden samen.
"De Noren hebben absoluut terecht gewonnen", was Sven Kramer duidelijk. "Dat maakt niks goed, maar biedt wel enige troost. Ze rijden twee keer een fantastische tijd."
'Halve schaats'
Kramer wilde zich niet verschuilen achter de gesprongen veer van Blokhuijsen. "Het feit blijft dat het niet fijn is, je rijdt eigenlijk met een halve schaats. Dat is gewoon klote. Of we zonder dat incident gewonnen hadden? Achteraf kan je een koe in de kont kijken, maar we hebben er niks aan."
Waarom reed Blokhuijsen niet met een nieuwere, sterkere veer? "Die heb ik geprobeerd, maar je wilt op materiaal rijden dat je kent en waar je goed op bent. Dit is gewoon overmacht, ik baal hier enorm van. Ook op een halve schaats heb ik alles eruit gehaald. Ik denk niet dat het alleen aan de veer lag."
'Nu kwamen we er niet mee weg'
Waar lag het dan wel aan, het gebrek aan trainingsuren samen? "Volgens mij zijn we vier keer op rij wereldkampioen geworden en waren we vier jaar geleden olympisch kampioen", aldus Blokhuijsen. "Die Noorse trein traint al vier jaar met elkaar, dag in, dag uit. Misschien zijn zij daardoor beter op elkaar ingespeeld. Afgelopen jaar kwamen we er nog mee weg, nu niet. Dat is jammer."
Kramer: "Het is heel erg moeilijk met de huidige Nederlandse schaatscultuur, met veel ploegen, de koppen bij elkaar te krijgen en daardoor de ideale team pursuit te krijgen."
Had Koen Verweij dan gewoon moeten rijden, in plaats van Patrick Roest? "Tuurlijk, je wilt zelf altijd rijden", beaamde Verweij. "Maar ze rijden harder dan de afgelopen keer. Ik denk dat ze het wel oké hebben gedaan."