Orang-oetan op Borneo verdwijnt sneller dan gedacht

Het gaat niet goed met de orang-oetan op Borneo. Sinds 1999 verdween meer dan de helft van de populatie op het eiland.

De mensapen verdwijnen door een combinatie van ontbossing, de aanleg van oliepalmplantages en ook door de jacht. Dat blijkt uit een nieuwe studie in het blad Current Biology.

Dat de jacht een grote rol speelt in het verdwijnen van de orang-oetan was nieuw voor de onderzoekers. "We schatten dat er zo'n 1500 tot 2500 orang-oetans per jaar gedood worden. Deels simpel vanuit de jacht, als jagers ze tegenkomen dan worden ze geschoten. Die worden opgegeten", vertelt natuuronderzoeker Erik Meijaard.

Hij zegt dat conflicten tussen aap en mens ook een rol spelen. "Door ontbossing verliezen de orang-oetans hun natuurlijke habitat. Dan gaan ze in de plantages in de fruitbomen hangen. Dat vinden boeren niet goed, dus die schieten op de apen. Want dat fruit is hun koopwaar."

Meijaard noemt het onzinnig om conclusies te verbinden aan het aantal overgebleven orang-oetans. "Je kunt denken dat 100.000 nog best een behoorlijk aantal is. Maar zij leven in kleine groepen en komen niet snel in de buurt van elkaar. Dat getal zegt dus niet veel. Het gaat om de trend en die is zorgelijk."

Er is ook een beetje goed nieuws over de orang-oetan. Uit de nieuwe studie blijkt dat er meer orang-oetans zijn dan werd gedacht. Ook hadden wetenschappers eerder niet in het vizier dat orang-oetans zich beter aanpassen, vaker over de grond lopen en meer soorten planten eten. Daarmee zouden ze gemakkelijker kunnen overleven in kleinere bossen.