Herontdekt deel Berlijnse Muur krijgt bescherming
Berlijn geeft een recent teruggevonden deel van de Berlijnse Muur een beschermde status. Zo moet voorkomen worden dat dagjesmensen de bakstenen muur van 80 meter lang beschadigen.
Amateurhistoricus Christian Bormann vond het bouwwerk al 18 jaar geleden op een braakliggend terrein achter treinstation Schönholz. Uit angst dat een grote toeloop tot beschadigingen zou leiden, hield hij zijn ontdekking lange tijd geheim, maar omdat de elementen het bouwsel aantasten, maakte hij het toch openbaar.
Het muurtje werd in de eerste weken van de scheiding tussen Oost- en West-Berlijn provisorisch opgetrokken uit baksteen, niet de iconische betonplaten die later zouden volgen. Erbovenop werden staketsels met prikkeldraad geplaatst. Het is de enige plek in Berlijn waar deze oorspronkelijke bouw nog is te zien.
10315 dagen
Het muurtje raakte in de vergetelheid bij een grenscorrectie, waardoor deze strook in West-Berlijn kwam te liggen. Terwijl na Die Wende in 1989 elders in Berlijn de Muur moest wijken of juist een toeristische trekpleister werd, verpauperde dit gedeelte.
De bekendmaking dat de oermuur wordt beschermd komt op een bijzondere dag: na vandaag is de muur langer weg dan dat hij er gestaan heeft. Op 13 augustus 1961 werd er begonnen met de aanleg ervan, 28 jaar, 2 maanden en 26 dagen later viel de "antifaschistischen Schutzwall". Sinds dat moment op 9 november 1989 zijn er weer 10315 dagen verstreken.
Het communistische Oost-Duitsland liet de Muur indertijd optrekken om te voorkomen dat inwoners massaal naar het Westen zouden trekken. Zeker 140 mensen kwamen in de loop der jaren om bij vluchtpogingen.