Zuid-Koreaanse ijshockeysters balen van vredesgebaar
Op papier is het een prachtig gebaar. Volgende maand zal een Koreaans ijshockeyteam, bestaande uit speelsters uit Zuid- en Noord-Korea deelnemen aan de Olympische Spelen in Pyeongchang.
Maar in de praktijk is niet iedereen daar blij mee. "Het is lastig dat ons team een politieke speelbal is, maar dit is groter dan wij", bekent Sarah Murray, de Amerikaanse bondscoach van Zuid-Korea. "We hebben ook tegen onze speelsters gezegd: niet klagen, want dat lost niks op."
Murray krijgt de beschikking over 35 selectiespeelsters, waarvan ze er 22 mag gebruiken tijdens een wedstrijd. Drie daarvan moeten Noord-Koreaans zijn. "Het is mijn keus wie ik opstel en wie er speelt. Voor zover ik weet, bepaal ik alles zelf."
Het kwaliteitsverschil tussen beide landen is overigens niet heel groot: op basis van de afgelopen wereldkampioenschappen is Zuid-Korea 21ste en Noord-Korea 24ste van de wereld.
De Zuid-Koreaanse ijshockeysters promoveerden dit seizoen voor het eerst naar het derde mondiale niveau, door het WK in Divisie 2A winnend af te sluiten. Bij dat toernooi in de olympische hal van Gangneung eindigde Nederland als tweede en Noord-Korea als vierde.
Het onderlinge duel tussen Zuid- en Noord-Korea eindigde in 3-0 voor het thuisland.