130 kinderen uit misbruiksituatie gehaald na vondst kinderporno

De politie heeft het afgelopen jaar 130 Nederlandse kinderen uit misbruiksituaties gehaald na de vondst van kinderporno. Het aantal meldingen over kinderporno blijft explosief stijgen. Dat blijkt uit cijfers van de teams Bestrijding Kinderporno en Kindersekstoerisme.

In 2017 kreeg de politie 18.000 meldingen van het up- en downloaden van kinderporno door (vermoedelijk) Nederlandse gebruikers. Het jaar ervoor waren dat er nog 12.000. De stijging heeft volgens de politie vooral te maken met het groeiende aanbod van kinderporno op internet en een betere herkenning van het materiaal.

In 130 zaken is het gelukt om een Nederlands slachtoffer te identificeren. Dat heeft geleid tot de aanhouding van 380 verdachten, vertelt landelijk coördinator van de politieteams Ben van Mierlo. "Het kan gaan om een sportleraar bij wie we foto's van een kind hebben gevonden, maar ook om een opa die langdurig zijn kleinkinderen of buurtkinderen heeft misbruikt."

Bij ruim honderd verdachten bestaat het vermoeden dat ze zelf kinderporno hebben gemaakt. De rest van de verdachten zou alleen materiaal hebben verspreid of gedownload. De kinderen zijn overgedragen aan hulpverleningsinstanties.

Veel meldingen komen uit de Verenigde Staten. Als Amerikaanse technologiebedrijven ontdekken dat kinderporno via hun systemen wordt verspreid of in de cloud wordt opgeslagen, zijn ze verplicht dit door te geven aan het National Center for Missing and Exploited Children. Dit centrum geeft de meldingen vervolgens door aan de betrokken landen. Verder doet de politie zelf onderzoek op het Darkweb en komen er regelmatig tips van buitenlandse politiediensten.

De politie kan maar een fractie van het totaal aantal meldingen nader onderzoeken. "We filteren de grotere zaken eruit", zegt Van Mierlo. "De focus ligt op het aanpakken van de producenten van kinderporno en het redden van kinderen, en in mindere mate op het opsporen van individuele downloaders."

Techbedrijven

Volgens Van Mierlo is er zoveel kinderporno in omloop dat de politie het fenomeen niet alleen kan bestrijden. Hij vindt dat techbedrijven meer moeten doen om verspreiding van het materiaal tegen te gaan.

"Sommige internetproviders en hostingbedrijven doen hun best om die rotzooi snel te verwijderen, maar anderen doen vrijwel niets. De branche zou op dit punt beter gereguleerd moeten worden", zegt hij.

Samen met het ministerie van Justitie en Veiligheid wil de politie daarom met de technologiesector om tafel om over mogelijke maatregelen te praten. Van Mierlo: "Je zou in besturingssystemen kunnen inbouwen dat bekende kinderpornoplaatjes niet meer geopend kunnen worden. Er valt op dit terrein nog veel te winnen en de techniek moet ons daarbij helpen."