'Ik zie mijn demente moeder als mijn kleindochter van 1: vertederend'
Het is een enorme stap om een geliefde naar een verpleeghuis te brengen. Of dat nou een zus, een vader, een broer of een moeder is. Het is moeilijk, en triest. Maar voor Marco Wisse was het ook verwarrend, want als directeur van een verpleeghuis keek hij heel anders naar de zorg voor zijn moeder met Alzheimer dan zijn broer.
"Het was een moeilijke ervaring. Mijn broertje werkt niet in de zorg, waardoor we allebei heel anders keken naar wat er met mijn moeder aan de hand was, wat we moesten doen", vertelt Wisse in het NPO Radio 1-programma Nieuws en Co. In het programma wordt vier dagen lang gesproken met mensen die in hun leven een moment zijn tegenkomen, waarin de rollen opeens werden omgedraaid.
Wisses broer wilde hun moeder zolang mogelijk "koesteren en veilig houden", terwijl Marco wilde dat ze zo lang mogelijk zelfstandig zou leven. Uiteindelijk lukte het zelfstandig wonen niet meer en moest hun moeder verhuizen naar het verpleeghuis.
Daar werd het verschil in mening van de broers ook meteen weer duidelijk, gaat Wisse verder. "Na twee dagen belde mijn broertje: ze zit er pas net en ze zijn nu haar bril al kwijt", vertelde Wisse. "Maar ik wist dat dat met de ziekte van Alzheimer te maken had en niet met de kwaliteit van de zorg. Thuis was ze namelijk ook altijd haar bril kwijt."
Zo'n oudere ziet er hetzelfde uit als mijn kleinzoon op zijn eerste schooldag.
Dat zorgde voor een inzicht. "Het werd me steeds duidelijker waarom zoveel familieleden van patiënten zo enorm ontevreden zijn. Het is een enorme stap om een geliefde naar een verpleeghuis te brengen en daarom wilden wij, in het verpleeghuis waar ik directeur ben, een sfeer van geruststelling uitstralen. Maar dat is geen goed idee. Wij nemen eigenlijk alleen mensen op met een hersenziekte waarvan je weet dat het alleen maar slechter zal gaan. Daar bereiden we mensen te weinig op voor."
Zo heeft de zorg voor zijn eigen moeder zijn ogen geopend voor de moeilijkheden in zijn eigen verpleeghuis, gaat hij verder. "We zijn te ver doorgeslagen met de bezuinigingen. We moeten beter kijken naar de mensen die binnen komen. Zo'n oudere staat in de ingang met een koffer, heel nerveus. Die ziet er hetzelfde uit als mijn kleinzoon op zijn eerste schooldag."
En uiteindelijk is de zorg het belangrijkst. De liefde voor de patiënten, het verzorgd worden zodat de patiënten niet bang zijn. "Dat is veel belangrijker dan of er desinfectiemiddel naast de wastafel staat."
Met Wisses moeder gaat het niet goed. "Ze zit in de laatste fase en herkent mij niet meer. Maar ik heb geleerd haar te vergelijken met mijn kleindochter van 1. Ze zitten in dezelfde levensfase op het gebied van eten, drinken, plassen, slapen. Naar mijn kleindochter kijk ik met vertedering. Dat probeer ik nu ook bij mijn moeder te doen."