Kerstdiner voor minima in volle sporthal, 'we moeten mensen weigeren'
Jeroen Wielaert
verslaggever
Jeroen Wielaert
verslaggever
Ze kijken er met vreugde naar uit, maar kennen ook de schaduwkanten in Zwolle. Het is de 28ste keer dat de lokale weldoener Joop van Ommen een kerstdiner voor minima organiseert in zijn WRZV Hallen. Het wordt bezocht door 500 mensen, alleenstaanden en gezinnen met een beperkt inkomen. Van Ommen en zijn vrouw hebben veel mensen moeten teleurstellen deze Kerst. De ruimte is te klein om iedereen te kunnen ontvangen.
Onblusbare gedrevenheid, gebaseerd op een jeugd vol armoede. Dat is het puur persoonlijke kerstverhaal van Joop van Ommen. Zijn vader overleed toen hij twaalf jaar oud was. Het werd een puberteit aan de zelfkant, waarin hij de onderkant van de samenleving intens leerde kennen - alle noden van daklozen en verschoppelingen.
Straathoek
Joop maakte de ambachtsschool niet af, maar had drive genoeg om uit het dal te komen. Hij haalde zijn rijbewijs en werd taxichauffeur. Daarnaast volgde hij een opleiding tot maatschappelijk werker. Zo keerde hij als vrijwilliger weer op de straathoek terug. Hij bekommerde zich om zigeuners en Molukkers.
Achter het stuur van zijn taxi kwam ook zijn talent als netwerker naar boven. Een van zijn klanten was de directeur van een woningcorporatie. Van het een kwam het ander. In 1988 werd het sportcomplex van de Stichting Sporthal WRZV geopend. In de eerste steen staat een ferme tekst gegraveerd: 'De kracht van een hoeksteen'.
Joop en zijn vrouw Joyce ontvangen vrijdagmiddag eerst in een wit gebouw, de Herberg genoemd. Het staat aan het eind van een Zwols industrieterrein. Van Ommen brengt er het hele jaar veel daklozen onder. In de keuken zijn koks bezig aan het grote diner. Het geurt er pittig naar de specialiteit voor de komende feestavond: een Aziatisch buffet. Joyce stuurt een Australische leerling-kok aan bij het klaarzetten van de reeds bereide schalen nasi.
Joop is 68, heeft enig medisch malheur beleefd. Hij moet het wat rustiger aan doen, maar zijn gedrevenheid blijft. Hij kan het beheer overlaten aan Joyce, zijn schoonzoon en tal van vrijwilligers. Het minimadiner dreigde bijna niet door te gaan. In de herfst was de financiering nog niet rond. Opnieuw kreeg Van Ommen de steun van een omvangrijk netwerk. Opgelucht legt hij uit: "Een groot deel van het bedrijfsleven in Zwolle heeft gezegd dat het niet mocht gebeuren. Het is nu zo dat we al een groot deel van de financiering voor volgend jaar bij elkaar hebben."
Van Ommen biedt ook de lokale kerken veel religieuze speelruimte in zijn WRZV Hallen. Er zijn veel diensten met de kerstdagen. Daarom is het minimadiner vervroegd naar vanavond. Voor Joyce gaat het om pure naastenliefde. Ze zegt: "Ja, iets extra's doen voor onze medemens. En als je het kan doen, waarom zou je niet doen. Er is veel enthousiasme, de jongens hebben er zin in. Zelfs uit Amsterdam komt een kok meehelpen. Gewoon om het eens mee te mogen maken."
Vrijdagmiddag staan de schragen met zilveren schalen al klaar ter zijde van de basketbalvloeren vol stapels stoelen en tafels. Met enige gretigheid gaat Joop voor naar de kleedkamer met een hoge muur aan kerstpakketten die de mensen na het diner ook nog meekrijgen.
De omvang van het diner geeft een beeld van een nood die niet meer zou mogen bestaan, volgens Van Ommen. Het is een problematiek die voorbij zou moeten zijn. "Dit zijn 500 mensen te veel. Ik heb elk jaar tegen de mensen hier gezegd: 'Ik zou hier graag willen komen als de stoelen niet bezet waren. Dan had ik het voor mekaar, maar dat zal niet gebeuren. Er is veel te veel afstand tussen rijk en arm. Op zo'n avond kun je het zien. We moeten mensen weigeren. Dat is wel heel jammer."
'Het moet ook gezellig zijn'
Joyce beaamt dat ze ruimte tekort komen. "In principe zouden veel meer mensen gebruik willen maken van het kerstdiner. Op zeker moment moet je stoppen met de inschrijving, want het moet ook gezellig zijn. Mensen moeten zich ook kunnen bewegen. Vandaar dat we mensen hebben moeten teleurstellen."
Het is ook daarom dat Joop twijfelt aan de berichten over economische groei. "Waar ze dat vandaan halen weet ik niet. Dat is hier nog steeds niet aanwezig. Mensen hebben hier een prachtige avond, maar Kerstavond en Eerste en Tweede Kerstdag zijn er ook nog. Dat vullen we niet met een kerstpakket. Die mensen hebben meer nodig. Maar goed, het is nu eenmaal zo. Dat het zo goed gaat in Nederland, daar geloof ik niet in."