Meeste huishoudens volgend jaar vooruit in koopkracht
De meeste huishoudens gaan er volgend jaar in koopkracht licht op vooruit. Minister Koolmees van Sociale Zaken heeft in een brief aan de Tweede Kamer de effecten van alle maatregelen nog eens op een rij gezet, en daarbij ook rekening gehouden met de vandaag gepubliceerde ramingen van het Centraal Planbureau.
Koolmees erkent in zijn brief dat de stijging niet voor alle groepen geldt. Zo gaan alleenverdieners met een modaal inkomen die kinderen hebben er gemiddeld 0,2 procent op achteruit en leveren AOW'ers met een pensioen tot 10.000 euro en alleenstaanden met een uitkering, zonder kinderen, 0,1 procent in.
Gepensioneerden met alleen AOW
Voor gepensioneerden met alleen AOW blijft de koopkracht gelijk of ze gaan er licht op vooruit. Dat geldt ook voor sociale minima met kinderen.
Volgens de tabellen van Sociale Zaken is de grootste stijging in de 'voorbeeldhuishoudens' 0,5 procent: die geldt voor tweeverdieners met kinderen van wie de ene partner twee maal modaal verdient en de andere een half maal modaal, plus voor alleenstaanden met twee keer modaal en alleenstaande ouders met het minimumloon. Het CPB schat het modale inkomen volgend jaar op 37.500 euro per jaar.
Loonstrookje
Bij de berekeningen van het ministerie is gekeken naar de ontwikkeling van de lonen in 2018, de inflatie, de zorgpremie en de toeslagen. De lastenverlichting die in het regeerakkoord is afgesproken, zal pas vanaf 2019 effect hebben.
Ook de loonstrookjes laten voor de meeste mensen een lichte plus zien. Koolmees benadrukt dat de ontwikkeling van de koopkracht een vollediger beeld geeft van het besteedbaar inkomen dan het loonstrookje.