Kinderen bij Schiphol onderzocht op gezondheidseffecten ultra-fijnstof
Tientallen kinderen van twee basisscholen in Badhoevedorp en Aalsmeer worden vanaf deze maand wekelijks getest om te kijken of ultra-fijnstof een schadelijk effect heeft op hun gezondheid. Het is onderdeel van een breed meerjarig onderzoek van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) naar gezondheidseffecten van ultra-fijnstof dat wordt uitgestoten door vliegtuigen op Schiphol.
De kinderen van de scholen die meedoen, zijn tussen de 7 en 11 jaar oud. Ze moeten drie maanden lang elke dag thuis een blaastest doen en een dagboekje over hun gezondheid bijhouden. Een keer per week komt een onderzoeker langs op school om een uitgebreide longtest te doen. Over drie maanden wordt er een nieuw groep kinderen getest. In totaal doen 200 kinderen mee.
Daarnaast wordt er ook gemeten hoeveel ultra-fijnstof er in de lucht rondom de school aanwezig is. Op die manier hopen de onderzoekers te ontdekken of er een verband is tussen de concentratie ultra-fijnstof en acute gezondheidsklachten bij de kinderen.
Vliegtuigen op Schiphol zijn niet de enige, maar wel een belangrijke bron van ultra-fijnstof. Uit onderzoek van TNO in 2014 bleek dat in het Amsterdamse Bos er overdag driemaal zo veel ultra-fijnstofdeeltjes in de lucht waren als de wind vanuit de richting van de luchthaven kwam.
Over de gezondheidsrisico's van ultra-fijnstof is wereldwijd heel weinig bekend. In een eerder onderzoek concludeerde het RIVM dat er geen duidelijke aanwijzingen zijn dat het sterfterisico rondom Schiphol hoger is dan in de rest van Nederland. Maar toch zijn er volgens het RIVM redenen om aan te nemen dat ultra-fijnstofdeeltjes van vliegtuigen schadelijk zijn voor mensen.
Op basis daarvan besloot toenmalig staatssecretaris Sharon Dijksma van Infrastructuur en Milieu in 2016 om het RIVM opdracht te geven om een breed onderzoek op te zetten naar de gezondheidseffecten van ultra-fijnstof dat afkomsitg is van vliegtuigen op Schiphol. Het onderzoek naar acute gezondheidsklachten bij schoolkinderen is een van de deelonderzoeken. Onderzoek naar klachten bij volwassenen en langetermijneffecten volgen nog.
Wereldwijd uniek
Wereldwijd is dit een uniek onderzoek, stelt milieu-epidemioloog professor Bert Brunekreef, omdat het zich specifiek richt op ultra-fijnstof in de lucht rondom een luchthaven. Namens de Universiteit Utrecht is hij betrokken bij het onderzoek.
Dat is volgens hem relevant, omdat ultra-fijnstof van vliegtuigmotoren afwijkt van andere ultra-fijnstoffen. "We weten dat het nog kleiner is dan ultra-fijnstof van wegverkeer. Het zou qua chemische samenstelling ook anders kunnen zijn. Daar wordt naar gekeken in het onderzoek."
De weinige andere onderzoeken die zijn gedaan, waren in stedelijk gebied of in de buurt van snelwegen. "Er loopt alleen een vergelijkbaar onderzoek bij de luchthaven in Los Angeles, maar dat is nog niet gepubliceerd. Wel zijn we aan het kijken of we dit onderzoek kunnen opschalen met onderzoeken bij andere Europese luchthavens."
Het onderzoek onder de basisschoolkinderen duurt negen maanden. In 2019 moet dit deelonderzoek zijn afgerond. In 2021 moeten alle deelonderzoeken zijn afgerond en worden de conclusies gepresenteerd.