Bezoekers van Eurospoor, de beurs voor modeltreinliefhebbers
NOS NieuwsAangepast

Ed Nijpels begrijpt niet waarom Neil Young modeltreintjes veilt

​Train of love, train of love. It's part of me, it's part of you. Train of love.

In 1994 zong hij er al over, maar singer-songwriter Neil Young is ook een fel verzamelaar van treintjes. Dit weekend ging een deel van zijn modelspoorbaan onder de hamer. De meer dan 250 items leverden ruim 300.000 dollar op.

Oud-minister Ed Nijpels begrijpt niet waarom een liefhebber vrijwillig afstand doet van zijn treinen. De VVD'er is al sinds zijn veertiende verzamelaar en had lange tijd een speciale spoorkamer, met een baan van zes bij vier meter. "Toen ik in Friesland woonde, had ik 300 locomotieven en 800 wagonnetjes", vertelt Nijpels in NOS Met het Oog op Morgen. "Maar toen ik voor mijn werk naar Amsterdam verhuisde, moest ik noodgedwongen afstand doen van een deel."

Een solistische hobby

Hij noemde die beslissing 'buitengewoon tragisch'. "Ik kon alleen de mooiste modellen behouden, die staan op mijn werkkamer. Daar kan ik rustig een kwartier naar kijken. De rest is verkocht en de hele wereld overgegaan, van Argentinië tot Nieuw-Zeeland."

Neil Young spaarde treinen van het merk Lionel, een beduidend grotere variant dan de Märklin die Nijpels verzamelt. "Daar heb je wel de ruimte en het geld voor nodig", legt Peter-Martijn Hellemons uit. Hij is voorzitter van de Nederlandse Modelspoorfederatie, waarbij ruim drieduizend modelspoorbouwers zijn aangesloten. "Maar dat is maar het topje van de ijsberg. Het is immers een solistische hobby, dus er zijn duizenden liefhebbers in Nederland."

Bezoekers tijdens de jaarlijkse modelspoorbeurs. "Een soort EO Familiedag", volgens Nijpels.

Nijpels raakte verslaafd aan modeltreinen als kind. "Vlakbij de textielzaak van mijn ouders zat een zaak die rond Sinterklaas een geweldige modelbaan had. Ik stond dan om vijf uur op, want om zes uur ging de trein rijden. Daar staarde ik dan twee uur naar, totdat mijn vader mij er wegplukte en naar school stuurde."

Vanaf zijn veertiende begon hij te sparen: eerst een wagonnetje, daarna een huisje. Toen hij minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) werd, kon hij zijn hobby verder uitbreiden. "Op staatsbezoek vond ik altijd wel een uurtje om op zoek te gaan naar oude modellen."

Op het hoogtepunt had Nijpels ruimte voor vijf treinstellen, die automatisch konden rondrijden. Hij zwijmelde bij zijn spoorbaan. "Daar kon ik eindeloos mee bezig zijn. Ik had ook een kermisterrein met een reuzenrad en een draaimolen. Soms ensceneerde ik een ongeluk en dan kwam er een brandweerauto en ambulance met sirenes naartoe."

Treinenclub op het ministerie

Op het ministerie van VROM werd Nijpels lid van de treinenclub. "Ambtenaren van hoog tot laag kwamen daarheen en bouwden samen aan een prachtige baan. Maar de personeelsvereniging was niet zo scheutig met subsidie, dus brachten wij een eigen VROM-wagon op de markt, inclusief certificaat van de minister." Daarmee haalde de treinenclub zo'n 20.000 gulden op, waarmee geïnvesteerd werd in de baan. Normaal bestond het budget uit duizend gulden.

Toen Nijpels in 1989 door Hans Alders werd opgevolgd, had hij dan ook een belangrijke tip voor de kersverse minister. "Ik zei: je gaat één ding doen en dat is die certificaten tekenen als er een nieuwe VROM-wagon uitkomt."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl