Na AH komt ook Jumbo met mini-super op treinstations
Een cappuccino kopen op het treinstation, een vers broodje of een andere versnapering, we lijken anno 2017 niet meer zonder te kunnen. Het aantal mini-supermarkten op stations - ook wel gemakswinkels genoemd - groeit dan ook gestaag. Zo heeft Albert Heijn tientallen van dat soort mini-supers, de AH to go's. En vanaf vandaag meldt ook concurrent Jumbo zich op deze lucratieve markt. Op Eindhoven CS komt de eerste Jumbo City.
Als het aan het Brabantse familiebedrijf ligt, is het de eerste van zeker twintig, dertig mini-supers. "Aan ons zal het niet liggen. Deze winkel smaakt naar echt veel meer", zegt Jumbo-directielid Colette Cloosterman-Van Eerd in het NOS Radio 1 Journaal. "Maar we zijn daarbij erg afhankelijk van de locaties die vrijkomen op NS-stations."
In de mini-super van Jumbo maakt het bedrijf ook gebruik van de kennis die is opgedaan bij La Place, de oude restaurantformule van V&D die vorig jaar werd gekocht door Jumbo. "Zij zijn de eersten die het wapen van ultra-vers inzetten. Duidelijke invloeden van La Place. Dat is echt anders dan AH To Go", zegt Jan-Willem Grievink van het Food Service Instituut Nederland.
Bij kantoren
Volgens Grievink zal het aantal gemakswinkels in Nederland fors toenemen de komende jaren. Hij heeft het over een paar duizend. Dan gaat het overigens niet alleen om mini-supers op stations, maar op meer plekken waar veel mensen samenkomen: bij grote kantoren, winkel- en uitgaanscentra.
Grotere marges
Want het is een lucratieve markt, waar supermarkten meer geld kunnen vragen voor producten. "Geld is niet het probleem", zegt Grievink. "Het gemak, dat de consument zelf kan bepalen waar, wat en wanneer hij eet, dat is veel belangrijker en ons blijkbaar geld waard in deze tijd."
Uit onderzoeken blijkt dat het vooral consumenten tot 40 jaar zijn die regelmatig in de gemakswinkels kopen.