Humor in de Gouden Eeuw: van Grab 'em by the pussy tot Oh Oh Cherso
Jikke Westerink
redacteur Online
Jikke Westerink
redacteur Online
Lallende mannen die vrouwen met flink opgestuwde borsten onder hun rok grijpen, een dwerg die door een groep kwajongens wordt gepest, een meisje dat een kat aan zijn staart trekt en de vrouw des huizes die een vozende dienstmeid afluistert. Als we de schilderijen van de tentoonstelling Humor in de Gouden Eeuw, de Kunst van het Lachen mogen geloven, konden ze er een paar honderd jaar geleden aardig wat van.
De tentoonstelling in het Frans Hals Museum is vanaf vandaag, de elfde van de elfde (tevens de opening van het carnavalsseizoen) te bezoeken. "Dat is wel een beetje expres zo gepland, met een knipoog natuurlijk", lacht Ann Demeester, directeur van het museum.
Aan de hand van acht verschillende thema's krijg je een inkijkje in de humor van de Gouden Eeuw. Van moppenboekjes tot kattenkwaad, van narren tot lustige dames, van dwaze boeren tot koppelaars. "Toen we keken naar verschillende kunstwerken uit de 17e eeuw, zagen we dat humor best wel sterk aanwezig was. Vaak doen kunsthistorici daar niet zoveel mee. Het is frivool, lacherig, maar omdat we het zoveel tegenkwamen, wilden we daar juist wel iets mee doen", zegt Demeester.
Als je langs de schilderijen loopt, is het ook weer niet zo dat je hardop in lachen uitbarst. "Veel kunsthistorici vragen zich ook af hoe grappig deze schilderijen voor de mensen uit die tijd waren. De mensen die ze kochten, of de opdracht gaven, hebben er wellicht om kunnen lachen." Of het ook zo lachwekkend was voor het gewone volk, vraagt Demeester zich af.
Wie goed kijkt, ziet gelijkenissen met humor uit onze tijd. Demeester kijkt naar een schilderij van Cornelis Dusart. Op het doek zie je een aantal lallende mannen, met rechts vooraan een man die lachend het glas heft naar een vriend, die wankelend een teug achterover giet. Een derde ligt op de grond, er komt braaksel uit zijn mond. Naast hem ligt een papier met de tekst: t Schip sonder masten: den hospes eerder dronken als de gasten.
Demeester ziet bij dit soort schilderijen een parallel met hedendaagse humor. "Denk aan een televisieprogramma zoals Oh Oh Cherso. Iedereen kijkt ernaar. Sommigen zien het als lachen met marginalen, anderen kijken ernaar omdat ze hen herkennen. Ze denken: wat hebben die een plezier met hun gezuip en dat gerommel." Volgens Demeester werkt dit soort banale humor op heel veel niveaus. "In de 17e eeuw ook al."
Ook bij het schilderij van Jan Miense Molenaer vraagt Demeester zich af hoever dat van onze humor af ligt. Op het doek zie je een stel kwajongens een dwerg pesten. "Ook nu wordt er nog geregeld de spot gedreven met dwergen." Zo wordt er in South Park en Family guy gevochten met dwergen en wordt in de openingsscene van The Wolf of Wall Street dwerg geworpen.
Demeester wijst naar een schilderij van Paulus Potter. "Dat Grab 'em by the pussy niet alleen van deze tijd is, zie je maar weer." Op het schilderij Rustende ruiter voor de herberg grijpt een jager de waardin vol in haar kruis. Jarenlang had het schilderij een zediger uiterlijk en was de hand van de jager op zijn zij geschilderd. Maar na restauratie bleek het origineel duidelijk schunniger.
Ook minder opzichtige elementen in de schilderijen duiden vaak op liefde, lust en dubbelzinnigheden die de schilder probeerde over te brengen. Zo worden op veel schilderijen mannen met een pijp of worst gesitueerd, bekende fallische symbolen. Of een vrouw die met naald en draad iets aan het naaien is. "Ook toen bestond de dubbelzinnigheid in het woord al."
"Ik hoop dat wanneer mensen deze tentoonstelling zien, ze met een bepaalde herkenning naar huis gaan. Kunst beeldt altijd een soort sentiment uit. Liefde, lust, kattenkwaad, woordgrappen en dubbelzinnigheden. Dat is humor voor alle mensen, uit heel veel tijden."
De tentoonstelling Humor in de Gouden Eeuw, de Kunst van het Lachen is tot 18 maart 2018 te zien in het Frans Hals Museum in Haarlem.