Rutte hoeft niet te getuigen in strafzaak tegen Wilders
Premier Mark Rutte en zes andere oud-ministers van het kabinet Rutte-2 hoeven niet te getuigen in het 'minder Marokkanen-proces' tegen PVV-leider Geert Wilders. Dat heeft het gerechtshof besloten in een zogeheten tussenarrest.
Wel moet het Openbaar Ministerie een gedetailleerd verslag overleggen over de manier waarop de duizenden aangiften tegen Wilders tot stand zijn gekomen. Daarin zal het OM ook moeten uitleggen hoe de afstemming is geweest tussen de politie, het OM en ministers.
In een reactie noemt Wilders de onafhankelijkheid van het hof dubieus en hij spreekt van "linkse rechters". Hij was niet aanwezig bij de uitspraak.
'OM aangezet tot vervolging'
De advocaat van Wilders, Geert-Jan Knoops, had gevraagd om onder meer Rutte, Frans Timmermans, Ivo Opstelten en Ronald Plasterk op te roepen als getuigen, omdat zij zich hadden uitgelaten over de minder Marokkanen-toespraak van Wilders. Volgens Knoops hebben zij daarmee het OM ertoe aangezet om Wilders te vervolgen.
Het verzoek om de bewindslieden te horen is dus afgewezen. Ook ziet het hof niets in het ondervragen van mensen die aangifte hebben gedaan tegen Wilders en politiemensen die de aangiften hebben opgenomen.
Deskundigen
Het hof gaat, in tegenstelling tot de rechtbank eerder, wel gedeeltelijk mee met de wens van de verdediging voor een onderzoek door een aantal juristen. Zo worden de hoogleraren Tom Zwart, Antoine Buyse en Afshin Ellian als getuige-deskundigen benoemd.
Hoogleraar Paul Cliteur wordt niet benoemd als deskundige. Volgens het hof is dat niet nodig omdat hij al bij de rechtbank als getuige is gehoord.
Het hoger beroep gaat op 17 mei verder.