Nieuwe mensapensoort ontdekt in Indonesië - en al meteen bedreigd
Randy Beaumont
NOS Online
Randy Beaumont
NOS Online
Op het Indonesische eiland Sumatra is een nieuwe mensapensoort ontdekt. En dat is bijzonder omdat de laatste ontdekking van een mensapensoort 88 jaar geleden was.
Het gaat om de orang-oetansoort Pongo tapanuliensis, waarvan er ongeveer 800 leven in een bosgebied op Sumatra. "Uit Nederlandse literatuur blijkt dat onderzoekers in 1930 al vermoedden dat deze populatie anders was", zegt de Nederlander Serge Wich, die samen met twee andere Nederlanders betrokken was bij de ontdekking.
"Pas in 1997 heeft Erik Meijaard de populatie gevonden. Daarna ben ik samen met andere onderzoekers afgereisd naar dat gebied en hebben wij het in kaart gebracht", zegt Wich. Toen is ook een onderzoeksstation opgezet. "Zo konden we het gedrag bestuderen, dna-materiaal krijgen en beter inzicht krijgen in hoeveel orang-oetans daar zaten."
Een schedel van een dode mannelijke orang-oetan is uiteindelijk vergeleken met andere apenschedels. Daaruit bleek dat de tanden en schedel van de nieuwe soort uniek was.
"Heel bijzonder, het is wereldschokkend dat er een - nog zo nauwe mensverwante soort - is gevonden. Ik weet niet of dat ooit nog zal voorkomen", zegt dierenactivist Willie Smits. Hij woont en werkt in Indonesië en vangt daar orang-oetans op.
Het merkwaardige is dat de nieuwe apensoort meer lijkt op de soort die leeft op Borneo, ongeveer 1000 kilometer verderop, dan op de apen die iets noordelijker op hetzelfde eiland leven. Het is dan ook een raadsel voor wetenschappers hoe de ontdekte apensoort op Sumatra is terechtgekomen.
Het zijn ongeveer 800 orang-oetans die nergens anders voorkomen. Daarmee is het een bedreigde dierensoort. "Vooral de jacht op orang-oetans is een probleem", zegt Wich. "Ze kunnen maar een keer in de 8 à 9 jaar een baby krijgen, en de eerste baby komt op een relatief late leeftijd."
Dat maakt de mensapen kwetsbare prooien voor jagers. "Als je er al een paar doodmaakt, kan het zeker leiden tot een uitsterving."
Wich en Smits denken beiden dat de overheid wel stappen zet om uitsterving van de apensoort te voorkomen. "Het gebied is heuvelachtig en dus niet geschikt om veel andere dingen te doen", zegt Wich. "Wel kunnen we samenwerken om bijvoorbeeld een geplande waterkrachtcentrale te verplaatsen naar een ander gebied."