Huisartsen: ggz-patiënten moeten steeds langer wachten op zorg
De wachtlijsten voor hulp bij geestelijke problemen blijven groeien, zegt de Landelijke Huisartsenvereniging (LHV) op basis van een jaarlijkse ledenpeiling. Een wachttijd van meer dan 8 weken is inmiddels gebruikelijk, meldt meer dan de helft van de deelnemende huisartsen.
De LHV roept de politiek op snel in te grijpen, omdat steeds meer patiënten niet de zorg krijgen die zij eigenlijk nodig hebben.
Van de ondervraagde huisartsen noemt 86 procent de wachttijden in de gespecialiseerde geestelijke gezondheidszorg (ggz) een probleem, dat is 24 procent meer dan vorig jaar. Het probleem wordt dus ernstiger.
Chronische ggz-patiënten die stabiel zijn, worden vaker dan voorheen terugverwezen van de gespecialiseerde ggz naar de huisartsenpraktijk. Maar vaak ontbreken daarbij de voorwaarden voor een goede en verantwoorde zorg voor deze patiënten, zoals een adequate overdracht of afspraken over hoe te handelen als het probleem escaleert.
Structureel probleem
Al vijf jaar op rij signaleren huisartsen dat ze meer mensen zien met psychische problemen, die er ook steeds ernstiger aan toe zijn. En ieder jaar ervaren zij dat het moeilijker wordt deze mensen door te verwijzen naar specialistische zorg, vanwege lange wachttijden.
Huisartsen ondersteunen mensen met lichte psychische klachten zelf, en doen dat vaak met behulp van een praktijkondersteuner. Maar de stroom mensen die ze nu moeten helpen, groeit snel en hun problemen zijn groter dan de huisarts aankan. "De grens van wat we kunnen opvangen, is bereikt", zegt de LHV.
Geen oplossing in zicht
De huisartsenvereniging ziet dat ook de overheid, de zorgaanbieders en de zorgverzekeraars erkennen dat de wachtlijsten moeten worden aangepakt, maar resultaat blijft uit. "De wachttijden moeten gewoon drastisch omlaag en de beschikbaarheid van ggz moet omhoog. Het is treurig om te moeten constateren dat we na 5 jaar signaleren nog steeds geen verbeteringen zien", zegt de LHV.
Ook patiëntenorganisatie MIND, die meewerkt aan verbeterplannen, vraagt om snel ingrijpen. "Minister Schippers beloofde voor juli 2018 de wachtlijsten terug te dringen. Wij zien dat niet gebeuren. Het signaal van de huisartsen is het zoveelste in een reeks. En ondertussen gaan zorgaanbieders en verzekeraars rollebollend over straat over hoeveel zorg er echt nodig is. Dit moet nu de top of mind zijn van de nieuwe staatssecretaris voor de geestelijke gezondheidszorg, Paul Blokhuis."
In december moet de Nederlandse Zorgautoriteit aan de politiek rapporteren hoe het staat met de aanpak van de wachtlijsten.
Blokhuis optimistisch
Staatssecretaris Blokhuis zegt in een reactie dat hij "niet blij" wordt van de langere wachtlijsten. Maar hij is er optimistisch over dat de doelstelling om de wachtlijsten voor volgend jaar juli terug te dringen, wordt gehaald. Volgens hem is er genoeg geld beschikbaar.
Blokhuis roept mensen in de omgeving van patiënten met geestelijke problemen op om lange wachttijden te melden. "Het gaat om heel kwetsbare mensen. Die willen we op tijd helpen. Daar willen we met zijn allen de schouders onder zetten."