Ethiopische Nederlander alsnog voor de rechter om oorlogsmisdaden
Marteling, moord en opsluiting van tegenstanders. De 63-jarige Ethiopische Nederlander Eshetu A. moet zich vandaag voor deze aanklachten verantwoorden voor de Haagse rechtbank. In Ethiopië is hij bij verstek al ter dood veroordeeld voor genocide. In Nederland staat hij nu opnieuw terecht.
De daden waar Eshetu A. verantwoordelijk voor wordt gehouden zijn gepleegd in de jaren 70. Na het afzetten van keizer Haile Selassie in 1974 greep een groep militairen de macht. Onder leiding van kolonel Mengistu werden duizenden mensen gemarteld, vermoord of opgesloten.
Eshetu A. wordt ervan verdacht leiding te hebben gegeven aan zulke misdaden in de Ethiopische provincie Gojjam. Hij wordt verantwoordelijk gehouden voor de dood van 75 mensen en het martelen van honderden anderen.
Het Ethiopische schrikbewind stond bekend als de Rode Terreur, hoewel zowel linkse als rechtse tegenstanders voor het regime te vrezen hadden. De Sovjet-Unie en een aantal Oostbloklanden steunden Mengistu bij zijn streven om zijn land om te vormen tot een socialistische volksrepubliek. Mengistu zou 17 jaar aan de macht blijven.
In het dossier dat het Openbaar Ministerie heeft aangelegd komen de namen voor van 321 slachtoffers van A. Sommigen van hen komen naar Nederland om te getuigen. Van andere Ethiopiërs die in het buitenland wonen zijn verklaringen opgenomen die ze hebben afgelegd tegenover de Nederlandse politie en de rechter-commissaris.
Volgens NIOD-onderzoeker Thijs Bouwknegt is dit een unieke zaak: "Er zijn zelden strafzaken in Nederland waar het gaat over zoveel dodelijke slachtoffers. Er is jarenlang veel werk verzet door een speciale onderzoekseenheid naar internationale misdrijven van de politie en het Openbaar Ministerie om het dossier op te bouwen."
De verdachte werd in Ethiopië in 2007 al ter dood veroordeeld wegens genocide; hij stond terecht samen met Mengistu en tal van andere leden van het bewind. In een hoger beroep is dat later omgezet in levenslang.
Je zou dus kunnen argumenteren dat de man al veroordeeld is en dat een nieuw proces niet mogelijk is, omdat je niet twee keer kunt worden berecht voor dezelfde feiten. Maar daar staat volgens Bouwknegt tegenover dat A. alleen veroordeeld is in afwezigheid. Voor de Nederlandse wet moet nu opnieuw bewezen worden waaraan hij zich schuldig heeft gemaakt.
"Bovendien spitst deze zaak zich heel specifiek toe op de gebeurtenissen in 1978 in een gevangenis in Ethiopië waar A. verantwoordelijk was voor de dood van 75 jonge gevangenen en het opsluiten en onmenselijk behandelen van meer dan 200 anderen", zegt Bouwknegt. "En dat is heel wat anders dan het massaproces dat in Ethiopië heeft plaatsgevonden."