Kamp op Samos overvol: 'Asielzoekers moeten sneller naar vasteland'
Conny Keessen
Correspondent Griekenland
Conny Keessen
Correspondent Griekenland
Dahir en zijn mannelijke familieleden worden vroeg in de ochtend verrast door een forse regenbui. De Somaliërs moeten hun tenten uit, omdat het water binnenstroomt. De tentjes staan aan de voet van de heuvel buiten het officiële vluchtelingenkamp van het Griekse eiland Samos, waar de herfst invalt. Maar daar is bijna niemand in het kamp klaar voor.
Sinds een paar maanden bivakkeren er enkele honderden mensen buiten de hekken van het vluchtelingenkamp. In simpele flinterdunne zomertentjes. Dezelfde tentjes staan ook in het kamp zelf, dat overvol is.
"Op dit moment zitten er 1700 mensen in het kamp, dat wordt gerund door de Griekse overheid", zegt de Nederlandse Rose de Jong. Zij is teamleider bij VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR op Samos.
"Het kamp heeft een capaciteit van 700 mensen. Dus dat betekent dat voorzieningen hier zwaar worden belast." Dat heeft invloed op de hygiënische omstandigheden. De medische zorg in het kamp is onvoldoende.
De UNHCR dringt er bij de Griekse overheid op aan om kwetsbare mensen zo snel mogelijk naar het vasteland te krijgen. Een groot probleem blijven de lange wachttijden voor er een beslissing over de asielaanvraag komt. Als gevolg van afspraken tussen Turkije en de EU, zegt de Griekse regering althans, mogen asielzoekers niet doorreizen, behalve als ze geïdentificeerd zijn als kwetsbaar.
De consequentie is dat er nu ongeveer 13.000 mensen op de eilanden vastzitten. Verschillende mensenrechten- en hulporganisaties hebben gisteren in een brief aan premier Tsipras opgeroepen daaraan een eind te maken.
Op Samos wijst een jonge Iraakse vrouw naar de ondergelopen voortent, waar ze met haar familie slaapt. De achtertent hebben ze bij deze bui droog kunnen houden. Hun weinige bezittingen zijn opgeslagen in vuilniszakken, die de avond daarvoor door vrijwilligers zijn uitgedeeld.
Een groep jonge Syriërs, die hun tenten op het hoogste punt naast de weg hadden opgezet, hebben minder geluk. Maar omdat de zon na een paar uur weer doorbreekt, hangen ze hun dekens en grondzeilen over de hekken naast de weg om te drogen.
"Het leven is moeilijk hier", zeggen de Somaliërs. "Het kamp was vol toen we een maand geleden kwamen. We wachten op betere accommodatie en op wat er met ons gaat gebeuren. Alleen de Griekse regering kan iets doen." Dahir durft bijna niet te klagen. "Er zijn nog zoveel families met kinderen hier, en wij zijn met vijf mannen."
De meeste mensen, binnen en buiten het kamp, hebben onderdak dat niet bestand is tegen slechte weersomstandigheden. "En dit is pas de eerste regen. Straks komt de kou ook nog, dus we zijn heel erg bezorgd", zegt hulpverlener Rose De Jong.
Met hulp van de UNHCR heeft de overheid vorige week 460 asielzoekers naar het vasteland gestuurd. "Driekwart van de mensen die hier de laatste maanden zijn aangekomen, komt uit Syrië en Irak, oorlogsgebieden dus. Meer dan de helft zijn vrouwen en kinderen. Onder wie veel zwangere vrouwen, heel jonge kinderen en mensen met medische problemen", zegt De Jong.
Sinds eind juli is op Samos, maar ook op andere eilanden zoals Lesbos en Chios, een stijging te zien van het aantal vluchtelingen die vanuit Turkije oversteken. Volgens De Jong geven veel nieuwkomers op Samos aan dat ze lang onder het bewind van IS hebben geleefd. "Ze hebben medische en psychische problemen. Ze zijn getraumatiseerd, vertellen de artsen en psychologen ons."
Antigone Karkanaki, projectleider bij Artsen zonder Grenzen, wijst naar de ondergelopen tentjes, het afval en de natte grond. "Dit is heel erg. Er zijn geen was- en toiletgelegenheden, we vrezen voor meer zieke mensen."
Maar de organisatie waarschuwt in een onlangs uitgekomen rapport vooral voor psychische problemen. "Er zijn zichtbaar kwetsbare groepen, zoals zwangere vrouwen en baby's. Maar er zijn ook mensen die minder zichtbaar tot een kwetsbare groep behoren. Vaak zijn dat mensen uit oorlogsgebieden die onder post-traumatische stress lijden, die het slachtoffer zijn geweest van marteling of seksueel misbruik."
Karkanaki: "De omstandigheden in dit kamp en daarbuiten, leven in zo'n tentje, het geschreeuw, de wind: het maakt het allemaal erger. En het gehuil van de jakhalzen. Ja, er leven hier jakhalzen in het bos, die ook bij het kamp komen. En schorpioenen en slangen."
Artsen zonder Grenzen heeft een noodopvang opgezet voor kwetsbare groepen, waar plaats is voor tachtig mensen. Karkanaki: "We proberen ze zo snel mogelijk naar het vasteland over te brengen, zodat er weer plaatsen voor anderen vrij komen."