'Spreken in vreemde taal gaat beter met biertjes op'
Mensen die twee talen spreken, communiceren gemakkelijker in een andere taal als ze een biertje hebben gedronken. Nederlandse en Britse onderzoekers schrijven dat in het wetenschappelijke blad Journal of Psychopharmacology. De wetenschappers spreken zelf van "jenevermoed".
Het onderzoek is uitgevoerd door wetenschappers van de Universiteit Maastricht, de University of Liverpool en King's College in Londen. Zij vonden het vreemd dat de hersenfuncties verminderen door alcohol, maar tweetalige sprekers wel vaak het gevoel hebben dat ze gemakkelijker in een andere taal praten als ze wat hebben gedronken.
De wetenschappers lieten vijftig Duitsers die onlangs Nederlands hadden geleerd een drankje drinken. De deelnemers wisten niet of hun drankje alcohol bevatte of niet. De hoeveelheid was afhankelijk van het lichaamsgewicht en varieerde per deelnemer. De dosis stond ongeveer gelijk aan het promillage dat een man van 70 kilo binnenkrijgt als hij iets minder dan een halve liter bier drinkt.
Gesprekje
Een paar minuten nadat de deelnemers wat hadden gedronken, voerden zij in het Nederlands een gesprekje met een geblinddoekte waarnemer. Die wist niet welke gesprekspartners alcohol ophadden. Het gesprek werd opgenomen en beoordeeld door Nederlandstaligen.
De controleurs vonden dat deelnemers die alcohol hadden gedronken aanzienlijk beter Nederlands spraken dan diegenen die dat niet hadden gedaan. Voor de Duitsers zelf maakte het niet uit: zij hadden niet het gevoel dat hun vaardigheid in een vreemde taal verbeterde of verslechterde na het drankje.
Een mogelijke verklaring voor de uitkomsten is dat alcohol angstremmend werkt, zegt Jessica Werthmann van de Universiteit Maastricht. Ze benadrukt wel dat er meer onderzoek moet worden gedaan naar dit onderwerp. Zo zouden hogere doses alcohol wel een negatief effect kunnen hebben op de vaardigheid in een vreemde taal.