EK in Berlijn slechts tussenstop voor baanploeg

Nieuwe ronde, nieuwe kansen. Nieuwe bondscoach ook. De Nederlandse baanwielrenners staan fris aan de start van een nieuw seizoen waarin ze uiteindelijk toeleven naar de wereldkampioenschappen in Apeldoorn.

De Europese kampioenschappen, die van donderdag tot en met zondag worden gehouden in Berlijn, zijn slechts een tussenstap. Alles draait dit seizoen om het winnen van een regenboogtrui in februari. Sprinter Matthijs Büchli zet hoog in. "We kunnen allemaal wereldkampioen worden, bij de mannen en de vrouwen. We gaan in februari misschien wel allemaal een truitje aantrekken."

Maar eerst de EK. Een toernooi dat in het teken staat van wennen aan de nieuwe keuzeheer Bill Huck. De 52-jarige Duitser, tweevoudig wereldkampioen op de sprint, is de opvolger van succescoach René Wolff, die tot de technische staf van NOC*NSF is toegetreden.

"Ik wil een frisse wind laten waaien door de baanploeg. Ze moeten ook zelf nadenken over wat ze willen."

Wat dat laatste betreft is Büchli al vrij ver. De winnaar van olympisch zilver op de keirin komt net terug uit Japan waar hij de afgelopen vijf maanden louter keirin-wedstrijden reed.

"Of dat een voordeel is met het oog op de EK? Nou, je kunt niet heel veel trainen omdat je juist veel wedstrijden rijdt. En die races zijn op betonnen buitenbanen en stalen fietsen. Je hebt voorbereiding op een houten baan nodig om weer echt snel te worden voor internationale wedstrijden."

Alles draait om het WK

Het is voor Büchli dus afwachten hoe de vorm nu al is. "Maar dit jaar draait alles om het WK. Dáár moet het gebeuren. Als ik een keer wereldkampioen wil worden, moet het dit jaar gebeuren."