De Zweedse probleemwijken waar de politie wordt bekogeld met granaten
"Je kunt beter je auto wat verder wegzetten", waarschuwt wijkagent Azizi, voordat we de buurt ingaan. "Nu ze ons samen hebben gezien, heb je kans dat je banden lek worden gestoken."
Het is vrijdagmiddag en het centrale pleintje in de Rinkeby in Stockholm staat vol met uitsluitend mannen. Rinkeby is één van de wijken op de zwarte lijst van de Zweedse politie.
Het land kampt met immigrantenwijken waar de politie moeite heeft met het handhaven van de orde. In een rapport beschrijft de Zweedse politie 23 van deze wijken als "luchtbellen in de samenleving", waar drugsbendes de macht hebben overgenomen, negenjarigen met wapens rondlopen en moslimjongeren radicaliseren. De overheid wil meer wijkpolitie, maar weinig agenten willen hier werken.
In een rapport afgelopen zomer worden 61 probleemwijken genoemd, waarvan 23 met het karakter "zeer problematisch". Het aantal van deze meest problematische wijken is de afgelopen twee jaar toegenomen.
Utanförskap
Na de aanslag in Stockholm in april dit jaar, waarbij de dader met een biertruck op een mensenmassa inreed, was er opnieuw aandacht voor Zweedse probleemwijken. De dader, een afgewezen asielzoeker, zou in Zweden zijn geradicaliseerd.
"Radicalisme is in deze wijken een groot probleem", zegt wijkagent Azizi. "Maar dat niet alleen: criminaliteit, drugshandel, werkloosheid en armoede woekeren hier ook. En er is een algeheel gevoel van utanförskap, ofwel er buiten staan. Als je hier woont, sta je buiten de samenleving."
De Zweedse achterstandswijken werden in de jaren 60 en 70 tijdens hoge woningnood uit de grond gestampt. Ze waren deel van een ambitieus plan: Miljonprogrammet. In tien jaar tijd moesten er een miljoen woningen worden gebouwd.
Architect Ola Andersson: "Het overheersende idee binnen de architectuur was om deze wijken af te schermen van de onveilige, grote, vieze stad. Het moesten groene dorpen worden, met de nadruk op sociale controle en veiligheid."
De wijken zien er allemaal hetzelfde uit. Ze liggen vaak aan het einde van een metrolijn, langs een autoweg en hebben één centraal pleintje. In Rinkeby zelfs met fontein. "Het grote voorbeeld in deze wijk was Venetië", zegt Andersson. "Nergens anders werd dit ideaal zo grondig uitgevoerd als in Zweden. Maar dat ideaalbeeld is nu ver te zoeken. Andersson: "De effectieve afscherming van de buitenwereld versterkt de sociale problemen en de parallelsamenleving."
De Zweedse overheid wil meer agenten rekruteren en de komende drie jaar 1 miljard euro extra in de politieorganisatie investeren. Maar het animo van agenten om in dit soort wijken te werken, is ver te zoeken. Wijkagent Hanif Azizi heeft ruim twee jaar in Rinkeby gewerkt en merkt dat veel van zijn collega's afhaken.
Gek vindt hij dat niet: "Onze banden worden lek gestoken, onze autoramen vernield en we krijgen stenen, molotovcocktails en handgranaten naar ons hoofd gegooid. Pasgeleden werd er een agent neergestoken en werd een agente gekidnapt." Sinds kort worden er in deze wijken camera s opgehangen en dragen wijkagenten bodycams. Azizi: "Het geeft ons iets meer bescherming en zorgt ervoor dat we als agenten niet helemaal vogelvrij zijn."
We merkten dat jongeren kogelvrije vesten droegen, dat gaf onrust bij het personeel.
Azizi heeft zijn eigen motieven om in Rinkeby te werken. Als negenjarige kwam hij zonder ouders met zijn 6-jarige broertje vanuit Irak naar Zweden. Zijn ouders vochten voor de Iraanse verzetsbeweging Volksmoedjahedien, die vanuit Irak tegen de islamitische regering in Iran vocht. Na een moeilijke start in Zweden werden de broers geadopteerd door een liefdevol gezin.
Toch voelde Azizi zich als tiener buitengesloten. "Ik was een tikkende bom", zo beschrijft hij zichzelf in die tijd. Als negentienjarige werd hij gerekruteerd door de Volksmoedjahedien in Stockholm en naar Parijs gesmokkeld. Daar aangekomen besefte hij dat dit niet zijn strijd was en keerde hij terug naar Zweden. Daar meldde hij zich aan bij de politieschool.
Veel bewoners in de Zweedse achterstandswijken hebben hun geloof in de politie verloren. Begin dit jaar arresteerde de politie een drugshandelaar, waarna agenten werden aangevallen en er rellen uitbraken. Auto's werden in brand gestoken, er werd met stenen gegooid en winkels werden geplunderd.
Chaima Hakam stond 's nachts voor haar winkel met Marokkaanse spulletjes op het centrale plein van Rinkeby. Daar was geen politie te bekennen. "Ze waren wel geweest, maar kregen het bevel om zich weer terug te trekken. De situatie was te gevaarlijk." Later moest de politie erkennen dat dit onacceptabel was voor de bewoners.
Even naast het centrale plein liggen de buitenschoolse opvang en het jongerencentrum van Rinkeby. Beiden zijn 's avonds open, in een poging kinderen en jongeren van de straat te houden. Het jongerencentrum werd eerder dit jaar gesloten, omdat het personeel zich onveilig voelde.
"We merkten dat jongeren kogelvrije vesten droegen. Dat gaf onrust bij het personeel", vertelt Stefan Lindström, hoofd van het jongerencentrum. Het centrum, gelegen in een groot gebouw met verschillende verenigingen, werd onlangs pas weer geopend. Maar de bedoeling is om te verhuizen naar een kleinere locatie: met 16 nooduitgangen is er te weinig controle op personen die er in- en uitgaan.
Op het centrale plein in Rinkeby, waar iedereen elkaar kent, stevent integratiedocente Fatemeh Seydalzadeh vastberaden af op een café in het winkelcentrum. Ze probeert vrouwelijke vluchtelingen en immigranten in de buurt te motiveren om bijvoorbeeld naar het zwembad te gaan of koffie te drinken in een openbare gelegenheid. In dit soort wijken bijna een daad van burgerlijke ongehoorzaamheid.
Elkaar helpen
Seydalzadeh wordt dit keer vergezeld door een 35-jarige vrouw van Syrische afkomst, die bijna haar hele leven in Rinkeby heeft gewoond. De bewoonster van Rinkeby kijkt nerveus rond of ze in de gaten wordt gehouden. Ze peinst er niet over om met eigen vriendinnen ergens koffie te drinken. "Dat doe je hier niet. Er zitten hier geen vrouwen, dus ga ik er ook niet zitten", zegt ze.
Ze heeft weinig boodschap aan het argument van de integratiedocente, dat ze zich niet door de heersende norm moet laten leiden. "Ik hou van deze wijk", zegt ze op luide toon, zodat bezoekers om haar heen het kunnen horen. "We hebben dan wel problemen, maar de mensen hier helpen elkaar nog als ze in nood zitten. Dat zie je niet in de rest van Zweden."