NOS NieuwsAangepast

Europa moet EU 2.0 worden, maar Estland is dat al

  • Thomas Spekschoor

    correspondent Europa

  • Thomas Spekschoor

    correspondent Europa

Het flatgebouw waarin de Estse Heidi Pähn woont is waarschijnlijk nog onder communistisch bewind gebouwd, maar binnen loopt Heidi ver voor op de meeste andere Europeanen. Al haar overheidszaken gaan digitaal. "Ik zou niet eens weten waar het kantoor van de gemeente zit."

Apotheekrecepten? "Mijn dokter zet ze op mijn elektronische identiteitskaart en die kunnen ze bij de apotheek weer uitlezen." Rijbewijs? "Die hoef ik niet mee te nemen, staat ook op de kaart." Trouwen? "Alleen het trouwen zelf gebeurt nog op het gemeentehuis, maar de verloving kunnen we gewoon online regelen."

Het is geen toeval dat de top over de digitale toekomst van Europa vandaag en morgen juist in Estland wordt gehouden. In het land doet iedereen vrijwel alles digitaal. In Nederland hadden we al moeite met offline stemcomputers, de Esten stemmen al jaren online.

Europa moet EU 2.0 worden, maar Estland is dat al

"Bij de vorige verkiezingen heb ik gestemd vanaf het vliegveld van Frankfurt", vertelt Pähn. "Ik had mijn telefoon, ik had een internetverbinding, dus waarom zou het niet kunnen?"

Ze maakt zich weinig zorgen over de veiligheid van het stemmen. "Als ik een stembiljet op papier invul, weet ik toch ook niet waar mijn stem naartoe gaat? Ik denk eigenlijk dat dit veiliger is."

We houden de Russen heel goed in de gaten.

Taimar Peterkop, verantwoordelijk voor digitale veiligheid

Toch wordt er in Estland wel degelijk nagedacht over de veiligheid van de digitale systemen. Een land dat zoveel digitaal doet, is natuurlijk heel kwetsbaar voor cyberaanvallen. Zeker als het een buurland is van Rusland.

"We houden de Russen heel goed in de gaten", zegt Taimar Peterkop, de directeur van de overheidsinstelling die de Estse digitale veiligheid moet garanderen. "Ze zijn één van de grootste bedreigingen voor ons digitale systeem."

Te veel solo, te weinig samen

Begin deze maand ontdekten de Esten nog een veiligheidsrisico in hun elektronische identiteitskaart. Die kon te makkelijk gehackt worden. Bij het ontdekken van dat soort veiligheidsrisico's zijn de Esten te veel op zichzelf aangewezen, zegt Peterkop. Met zijn 134 medewerkers kan hij niet alle cyberaanvallen in de smiezen hebben.

"We moeten beter samenwerken in Europa. Als we aanvallen zien, waarschuwen we elkaar en zeggen we waar die aanvallen vandaan komen. Maar die samenwerking kan beter. En we moeten regels op elkaar afstemmen. Onze markt is erg versnipperd, overal zijn andere regels. Zo kunnen we niet concurreren met de Amerikanen en Aziaten."

70 procent van de software die we gebruiken is Amerikaans. We moeten dat weer in eigen handen hebben.

Inge Philips-Bryan, Deloitte

Niet alleen vanuit Estland klinkt de roep om meer samenwerking. Ook in Nederland zeggen bedrijven die zich bezighouden met cyberveiligheid dat er meer moet gebeuren. Inge Philips-Bryan van Deloitte bijvoorbeeld. "Het is hoog tijd dat de Europese leiders bij elkaar komen", zegt zij. "Er woedt al tien jaar een cyberoorlog. We moeten onafhankelijker kunnen opereren van Rusland en de VS. 70 procent van de software die we gebruiken is Amerikaans. We moeten dat weer in eigen handen hebben."

Meer Europese cybersecurity-bedrijven, een eigen Europese encryptie van bestanden en een betere Europese informatie-uitwisseling moeten bovenaan de agenda staan. "Tussen landen wordt informatie al goed uitgewisseld, al verschilt dat een beetje per lidstaat. Maar wat we beter kunnen doen is ook het bedrijfsleven erbij te betrekken. Dat informatie tussen overheden en bedrijven uit verschillende landen beter wordt gedeeld."

Regeringsleiders praten vanavond in Tallinn over al die zaken. Alleen als alle Europeanen hetzelfde vertrouwen in de veiligheid van hun internet hebben als de Esten, kan de digitale economie van de EU de concurrentie met de rest van wereld aan.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl