Ziek Afghaans jongetje Amir herenigd met zijn ouders

De ouders van het terminaal zieke Afghaanse jongetje Amir zijn weer samen met hun zoontje. De ouders, die in een asielzoekerscentrum in Emmen wonen, verblijven in het Ronald McDonald Huis vlak bij het UMCG waar hun kind gisteren werd opgenomen.

De 10-jarige Amir heeft niet lang meer te leven. Hij werd op last van de kinderrechter in Assen uit huis geplaatst. Volgens de Kinderbescherming kon hij in het azc niet de specialistische hulp krijgen die hij nodig had. De advocaat van de ouders kondigde beroep aan tegen de uitspraak, omdat de ouders bij hun kind wilden zijn.

Uithuisplaatsing

De ouders krijgen nu hulp van de stichting Liva, die heeft geregeld dat ze bij hun kind kunnen zijn. Amir werd op 7 september met spoed weggehaald uit het azc en naar een kinderverpleeghuis in Bedum gebracht.

Amir lijdt aan de erfelijke stofwisselingsziekte fucosidose, die de verstandelijke en lichamelijke groei belemmert. Het Afghaanse gezin is al zes jaar in Nederland. Vorig jaar augustus besloot staatssecretaris Dijkhoff dat het gezin vanwege Amirs ziekte in Nederland mochten blijven.

Volgende maand buigt de rechter zich opnieuw over de uithuisplaatsing van de jongen.