Achtergebleven vrouwen en kinderen van IS-strijders moeten Irak uit
Irak wil zo snel mogelijk meer dan 1300 buitenlandse vrouwen en kinderen het land uit zetten. Het zijn leden van IS-gezinnen die waren achtergebleven in Mosul en andere op IS heroverde steden. Hun mannen en vaders zijn gedood of gevlucht toen het Iraakse leger en sjiitische strijdgroepen IS-gebied innamen.
De 509 vrouwen en 813 kinderen zaten in een vluchtelingenkamp bij Mosul. Ze zijn met bussen naar een andere locatie gebracht. Dat gebeurde zonder waarschuwing vooraf, zegt een Noorse vluchtelingenorganisatie.
Vooral Turken
Het Iraakse leger zegt dat ze zijn overgebracht naar "een veiligere locatie met betere dienstverlening". Daar zal worden geprobeerd om hun identiteit vast te stellen en hen daarna terug te sturen naar het land van herkomst. De meeste vrouwen en kinderen in het kamp, ongeveer 300, komen uit Turkije. De anderen komen uit twaalf andere landen, waaronder Rusland, Azerbeidzjan en Tadzjikistan.
Deze vrouwen en kinderen hebben recht op bescherming, ongeacht de eventuele misdaden van hun familieleden.
De vluchtelingenorganisatie Norwegian Refugee Council maakt zich grote zorgen over de groep vrouwen en kinderen. "Ze zijn zeer kwetsbaar en hebben recht op hulp en bescherming, ongeacht de eventuele misdaden van hun mannen of vaders."
Eerder uitte Human Rights Watch kritiek op het vastzetten door Irak van familieleden van vermeende IS-strijders die zelf nergens van worden beschuldigd.