Toerisme belangrijker voor Nederlandse economie
Toerisme wordt steeds belangrijker voor Nederland. De toeristische sector is harder gegroeid dan de rest van de economie, blijkt uit cijfers van het CBS.
Vorig jaar gaven toeristen in ons land bijna 4 procent meer uit dan in het jaar daarvoor. In totaal bijna 76 miljard euro. Ten opzichte van 2010 stegen de toeristische uitgaven zelfs met 27 procent.
Nederlanders kwistiger
Vooral buitenlandse toeristen gaven in 2016 meer uit dan in 2015, zo'n 7 procent meer. Dat komt neer op 1,3 miljard euro. Het aantal overnachtingen door buitenlandse toeristen groeide vorig jaar met 6 procent.
Nederlanders gaven als toeristen in eigen land vorig jaar ruim 3 procent meer uit aan vakanties en uitjes dan het jaar ervoor.
De groei van uitgaven door Nederlandse toeristen is naar verhouding dus minder dan die door buitenlandse toeristen. Maar de Nederlandse toeristen geven in ons land wel meer uit dan de buitenlandse toeristen. Ze gaven 45 miljard euro uit.
Toerisme steeds belangrijker
De toeristische sector groeit sneller dan de rest van onze economie. De branche neemt 3,9 procent van het bruto binnenlands product voor zijn rekening. Aanzienlijk meer dan in 2010, toen dat nog 3 procent was.
Ook het aantal banen dat is te danken aan de toeristische sector groeide in 2016 sneller dan gemiddeld, met 2 procent. Dat is twee keer zo veel als in de economie als geheel, waar de werkgelegenheid vorig jaar met 1 procent groeide. Van de banen in ons land komt 6,4 procent voort uit het toerisme.
De horeca profiteert het meeste van het toerisme, met bijna de helft van de banen die het toerisme in totaal oplevert. Vooral daar steeg de werkgelegenheid vorig jaar flink, met 4 procent.
In de toeristische sector in Nederland werken 542.000 mensen. Maar omdat veel mensen daar in deeltijd werken gaat het omgerekend naar voltijdbanen om 389.000 banen in 2016.