Britten willen tijdelijke douane-unie met EU
De Britse regering heeft voorgesteld om na het verlaten in maart 2019 van de Europese Unie een tijdelijke douane-unie met de EU in te stellen. Minister Davis, in de regering-May belast met de brexit-onderhandelingen, denkt dat zo'n tijdelijke unie wel twee jaar kan bestaan. Hij vindt dat de unie de Britten geen geld mag kosten.
Davis zei dat de tijdelijke unie maximaal kan duren tot 2022, het jaar van de volgende parlementsverkiezingen in het Verenigd Koninkrijk.
De reactie van de Europese Unie is dat de voorstellen voor een tijdelijke douane-unie en over een toekomstige handelsrelatie zorgvuldig bestudeerd zullen worden. De EU blijft op het standpunt staan dat de status van de Europeanen in het Verenigd Koninkrijk en die van de Britten in de EU eerst geregeld moet worden. Brussel herhaalde ook nog eens dat een overeenkomst over de toekomstige relatie er pas kan komen als de brexit werkelijk een feit is.
Verhofstadt
Guy Verhofstadt, de invloedrijke liberale fractieleider in het Europees Parlement, reageerde minder formeel. Op Twitter noemde hij het Britse voorstel over de douane-unie en de onzichtbare grenzen die de Britten nastreven een fantasie.
In een douane-unie rekenen de leden elkaar geen douanetarieven. De Britten willen dat het vrije verkeer van goederen zoveel mogelijk in stand blijft, maar het Europese standpunt is dat dat niet mogelijk is bij een vertrek uit de Europese interne markt.
Leden van de douane-unie mogen volgens de Europese regels geen afzonderlijke handelsakkoorden met de lidstaten sluiten. Turkije is een van de landen die een aparte douane-unie met de EU hebben. De Britten streven geen kopie na van de regeling die de Turken met de EU hebben getroffen.