Zaak Blackwater-huurling die bloedbad aanrichtte in Irak heropend

Een Amerikaanse rechtbank heeft de veroordeling ingetrokken van een oud-huurling die was betrokken bij een bloedbad in Irak. De rechters oordeelden dat de 33-jarige man niet tegelijk met drie anderen had mogen terechtstaan. De zaak moet in zijn geheel over.

De schietpartij in Bagdad was in 2007, toen het viertal werkte voor het beveiligingsbedrijf Blackwater. Dat bedrijf was ingehuurd om Amerikaanse diplomaten in Irak te beveiligen.

Een groep beveiligers opende met machinegeweren en granaatwerpers het vuur op een auto waarvan ze dachten dat er een aanslag mee zou worden gepleegd. Ze schoten ook op omstanders. Veertien Iraakse burgers kwamen om het leven en zeventien mensen raakten gewond.

Noodweer

De beveiligers zeiden later dat ze uit noodweer handelden en dat zij eerst werden aangevallen. Maar daarvoor bleek geen bewijs te zijn en in de auto werd geen bom gevonden.

Vier mannen moesten uiteindelijk voor de rechter verschijnen. Drie kregen een celstraf van dertig jaar voor doodslag. De man wiens rechtszaak nu over moet, kreeg levenslang voor moord omdat hij de eerste schoten zou hebben gelost.

De rechtbank vindt nu dat de man in een afzonderlijke rechtszaak de kans moet krijgen om te bewijzen dat hij niet de eerste schutter zou zijn.

Academi

De rechtbank zei ook dat de straffen van de andere drie moeten worden herzien. Zij zijn onder meer veroordeeld voor het gebruik van militaire wapens. Volgens de rechters is dat niet terecht en gebeurt dat nooit bij zaken van beveiligers die in het buitenland voor de VS werken.

Blackwater werd na het drama verkocht en kreeg een nieuwe naam. Het bedrijf verleent nu diensten onder de naam Academi.